Uitkerkse Polder: van één hectare tot het grootste weidevogelreservaat
Deze zomer trek ik opnieuw op expeditie door onze provincie. Op zoek naar de voor mij iets minder bekende natuurgebieden. Ik laat me op sleeptouw nemen door gepassioneerde gebiedswerkers. Het geeft me adrenaline en inspiratie. En die deel ik graag met jullie. In deze blog ga ik op verkenning in de Uitkerkse Polder.
Geïnspireerd door een gedwongen ‘staycation’ besloot ik vorige zomer om een aantal West-Vlaamse gebiedsverkenningen te doen. Ik doorkruiste de Zwinregio, de Mandelvallei, Bulskampveld, de Ledegemse Meersen en de oude spoorweg in Moen. Ik was gecharmeerd door deze pareltjes én de eindeloze kennis en passie van de gidsen. Voor herhaling vatbaar en dit motto indachtig plan ik deze zomer een vervolg. Vorige dinsdag trok ik mijn wandelschoenen aan en het was meteen goed raak: Natuurpunters John Van Gompel en Dirk Content namen me mee naar de Uitkerkse Polder.
De Uitkerkse Polder is een Europees Natura 2000 natuurgebied van 1 400 hectare. Het strekt zich uit over Blankenberge, Wenduine, Nieuwmunster en Zuienkerke. Natuurpunt beheert 650 hectare als weidevogelreservaat. De graslanden met microreliëf zorgen voor een uniek ecosysteem. Het reservaat is vandaag het belangrijkste weidevogelgebied van Vlaanderen.
(lees verder onder de foto, situatieschets in het bezoekerscentrum)
Onze tocht start aan het bezoekerscentrum van Natuurpunt, een onthaalpunt aan de rand van het reservaat, op wandelafstand van de kerk van Uitkerke. John en Dirk wachten ons op. Beide heren stonden in 1990 aan de wieg van dit mooie project. Ze merkten dat de natuur in dit poldergebied onder druk stond en besloten om er iets aan te doen. Samen met hun Natuurpuntgroep kochten ze de eerste percelen aan.
De beste manier om de natuur te beschermen, is de grond aankopen. Ik was al overtuigd van die aanpak maar hier wordt ze nogmaals bevestigd. Wat 30 jaar geleden begon met de aankoop van één hectare is intussen uitgegroeid tot het grootste natuurreservaat van Natuurpunt. Hoedje af voor de vele tientallen vrijwilligers die zich al drie decennia inzetten voor dit gebied!
(lees verder onder de foto, op stap met Dirk Content en John Van Gompel)
Samen met chauffeur Bart en kabinetsmedewerker Enigo trekken we het reservaat in. De verharde wegen maken het gebied toegankelijk voor mensen in een rolstoel of wandelaars met een kinderwagen. Het nadeel is dat er ook auto’s rijden. Er is nochtans voldoende nudging. Met zes randparkings hebben bezoekers weinig excuses om het reservaat in te rijden. De plannen om het bezoekerscentrum te verhuizen naar een locatie net buiten het reservaat moeten het autoverkeer nog naar beneden halen. Koppel dit aan een vlotte connectie met het station van Blankenberge en dan zijn er al helemaal geen redenen meer om met de auto te komen.
De eerste weidevogels vliegen voorbij: de tureluur en de kievit. Nog voor ze zichtbaar zijn, herkennen onze gidsen ze aan hun geroep. Bij gevaar alarmeren de vogels hun jongen en soortgenoten. Wat later zien we een blauwe reiger opstijgen. Dat verklaart het alarm. We zijn niet de enigen die op deze prachtige lentedag komen genieten van de natuur. Langs de kant van de weg staan twee tachtigers, uitgerust met telescoop en camera, op zoek naar een koppel grutto’s met jongen. Humor onderweg, zegt de man: “Hopelijk heb ik ze niet gemist”, waarop de vrouw antwoordt: “Je hebt al veel mooie beelden gerateerd”. Wat verderop komen we een zeventigjarige Fransman tegen, tot de neusgaten toe gecamoufleerd. Ik vraag me toch af of dat in een open landschap veel uithaalt … 😊
In een grasland als dit is samenwerking met de lokale landbouwers de sleutel tot succes. Kleinschalige veetelers mogen de graslanden gratis gebruiken op voorwaarde dat ze de percelen natuurvriendelijk beheren. Natuurpunt heeft in het gebied overeenkomsten met een zeventigtal landbouwers. Het principe wordt ook elders in Vlaanderen toegepast. Je kan gerust stellen dat Natuurpunt op die manier het voortbestaan van heel wat kleinschalige veetelers mee garandeert.
(lees verder onder de foto, grutto)
Het is niet altijd evident om een goed evenwicht te vinden tussen de belangen van de landbouwers en die van de natuur. Vooral het waterpeil is voer voor discussie. De weidevogels hebben nood aan vochtige graslanden. De grutto bijvoorbeeld leeft van wormen die hij met zijn lange snavel uit de grond peutert. Wanneer die grond te droog is, en dus te hard, komt de vogel niet aan zijn voedsel. Discussies leiden hier niet tot patstellingen. Een raamakkoord is in de maak en zal definitieve afspraken over het waterpeil vastleggen.
(lees verder onder de foto, pomp op zonnepanelen)
Ook de klimaatopwarming en de droogte van de voorbije jaren geven de nodige kopzorgen. Maar de mensen van natuurpunt blijven niet bij de pakken zitten. We komen aan bij een weide die doorspekt is met waterplassen. Een kievit slaat alarm als hij ons ziet aankomen. We zien nog net hoe de kuikens zich verbergen in het lange gras. De waterplassen zijn er niet zomaar gekomen. In de beek naast het perceel heeft men een pomp voorzien. Die draait op zonnepanelen. Een vindingrijke oplossing die ervoor zorgt dat het perceel niet droogvalt.
Niet alleen de hoeveelheid water is een probleem, ook de kwaliteit laat te wensen over. John vertelt dat de beken in het reservaat biologisch dood zijn, een trieste vaststelling. De waterloopjes die we tegenkomen, zien er inderdaad niet al te fris uit. De oorzaak is bemesting. Dat maakt het water veel te voedselrijk, waardoor algen welig tieren en ander leven geen kansen krijgt. In het natuurreservaat zelf wordt weliswaar niet bemest, maar de waterlopen vangen stroomopwaarts heel wat meststoffen en voeren die mee doorheen het reservaat.
(lees verder onder de foto, biologisch dode beek)
In Vlaanderen staan we voor gigantische uitdagingen als het op waterkwaliteit aankomt. De ambitie mag wat mij betreft stukken hoger. In maart had ik het er al over in deze blog. Toen ik vorige zaterdag in De Blankaart was, hoorde ik eenzelfde verhaal.
(lees verder onder de foto, vogels spotten)
Mijn hoofd vult zich met boeiende gesprekken. Tussendoor worden we getrakteerd op heel wat natuurschoon. De verrekijkers gaan de lucht in. Alarmerende oudervogels, vluchtende jongen en onmiddellijk daarna een sperwer op jacht. Geen geluk voor de roofvogel. Opgejaagd door de vele oudervogels grijpt hij net naast zijn prooi. Volgende keer beter.
De Uitkerkse Polder: check! Volgende winter kom ik zeker eens terug, want dan kan je hier 18 000 ganzen en de fantastische velduil spotten. Ik geef het toe: ergens in mij schuilt toch wel een vogelaar. We kaarten nog even na bij een Gageleer. Dit biobier wordt gebrouwen met gagel, een aromatisch geurende struik die voorkomt in het Kempense natuurgebied De Liereman. Als trotse inwoner van de hopstreek voelde ik me toch wat onwennig. Gageleer is een gruutbier, waarbij kruiden gebruikt worden in plaats van hop. Gelukkig gaat de opbrengst naar Natuurpunt 😉.