Vijf buitengewone dierensoorten krijgen in West-Vlaanderen extra bescherming, waaronder de geelgors, de kamsalamander, de eikelmuis en de boomkikker. Ook de vinpootsalamander heeft een op maat gemaakt soortbeschermingsactieplan van de Provincie West-Vlaanderen gekregen. Na onderzoek werd bepaald dat ze als prioritaire symboolsoort in de streek een duwtje in de rug nodig hebben. Niet per se om de soort op plekken te (her)introduceren, maar om vooral de bestaande clusters vinpootsalamanders te behouden en uit te breiden. 

Om en bij de 6 à 9 cm groot, met een onopvallende bronzige of bruinige kleur. De vinpootsalamander steekt er niet met kop of schouders bovenuit, maar voor de zandleemstreek is de soort wel kenmerkend te noemen. Ze komen maar zeer lokaal voor in West-Vlaanderen, vooral in de omgeving van Heuvelland en Poperinge, met een uitzonderlijk geïsoleerde groep in Houthulst. In de Brugse regio zijn er lokale populaties in Zedelgem (Vloethemveld), Brugge (Tillegembos) en in het landschapspark Bulskampveld

(lees verder onder de foto – verspreiding van de vinpootsalamander in het de regio van het Regionaal Landschap Houtland)  

De oudste meldingen van de vinpootsalamander in deze streek dateren van 1970. Meer recenter werden ze gespot sinds de jaren 2000, tot en met 2010. Ze planten zich voort in poelen tijdens de lente, maar het grootste deel van het jaar leven ze echter buiten op het land in bossen, heggen, moerassen en graslanden. Onder dood hout, in scheuren van oude muren of in bladstrooisel kunnen ze overwinteren. 

Door de versnippering van bossen in de streek rond Poperinge en Heuvelland, die al niet te groot om te beginnen zijn, gaat de aanwezigheid van de vinpootsalamander licht achteruit. In de jaren 60 en 70 verkleinde het leefgebied van de vinpootsalamanders sterk door de ontbossing van vele gronden, ten behoeve van de landbouw toen. Het behoud van bossen, het voorzien van poelen, daar helder water voorzien en vissen weghouden zijn belangrijke stappen in de versterking van de populatie.  

(lees verder onder de foto – vinpootsalamander in een poel langs de onderkant) 

Als doel legden we onszelf met de Provincie en andere stakeholders op om minstens 10 salamandervriendelijke poelen te hebben, dit in elke cluster. Daarvoor startte we een intensieve samenwerking met boseigenaars via de Bosgroep en het Regionaal Landschap Houtland & Polders op. Verder was de ondersteuning van de vrijwilligers van natuurwerkgroep Hyla niet te onderschatten. Het financiële duwtje in de rug voor dit alles kwam er dan van de Provincie.  

Naast de focus op bos en poelen is het belangrijk om rekening te houden met ‘missing links’ in de vorm van houtkanten. De aanwezigheid van het bos en daar nabij een bos is niet genoeg: er moet ook een verbindende beplanting zijn om de vinpootsalamander de verplaatsing te geven tussen de plek waar ze zich voortplanten en de plaats waar ze grotendeels leven en overwinteren. 

(lees verder onder de foto – vinpootsalamander zijwaarts) 

Jullie aandacht vestigen op de soort en hun wettelijke bescherming maakt ook deel uit van het provinciaal soortactieplan. Het is namelijk verboden om vinpootsalamanders opzettelijk te doden, te vangen, hun voortplanting te verstoren of hun voortplantingsplaatsen te vernielen en te beschadigen.  

De salamandersoort kan enkel geholpen worden door hun leefgebied te verbeteren. Wat kan jij als gewone particulier of natuurliefhebber zelf doen? Het meest laagdrempelige is waarschijnlijk inventariseren. Kom je een vinpootsalamander tegen op je wekelijkse wandeling? Geef hun aanwezigheid dan door aan het Regionaal Landschap. Wil je iets drastischer van actie ondernemen? Leg een houtkant aan, maak een composthoop of plant wat hagen en heggen in je tuin. Ben je boseigenaar en heb je plek om echt grootschalig iets te veranderen? Graaf een poel af en laat het gras rondom staan tijdens de voorplantingsperiode van de vinpootsalamander. Contacteer dan ook zeker landschap@rlhp.be!