Vier jaar na de uitbreiding van de Zwinvlakte maak ik, samen met wetenschappelijk medewerker Wouter Faveyts de balans op van de toen ondernomen acties. Als auteur van het boek ‘Zwin: dynamische natuur tussen land en zee’ kent hij het natuurpark helemaal uit zijn hoofd. Hij ervaart de positieve gevolgen van de Zwinuitbreiding dagelijks en bespreekt dat maar al te graag met ons!

Enorm veel tsjirpende vogels, grazende paarden en schapen, en het geruis van de zee in de verte komen je tegemoet wanneer je naar de Zwinvlakte wandelt. Op de dijk heb je een uitstekend zicht op de Zwingeul en de hele weidse vlakte rondom. Het valt meteen op: het gebied is dynamisch en leeft. Iets wat niet meteen het geval was vier jaar geleden, vertelt Wouter Faveyts.

“Er was een probleem van verzanding voor de ingrepen hier werden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat bij elke instroom van zeewater er eigenlijk meer zand binnenkwam dan dat er terug buiten ging bij de uitstroom. Als dat jarenlang blijft aanhouden, zorgt dat stukje bij beetje, millimeter per millimeter , voor problemen. Delen van de oude vlakte kregen geen water meer en zo verdween die speciale habitat steeds sneller. Er kwam te weinig zout zeewater binnen om alle unieke en specifieke planten te blijven voeden.”

(lees verder onder foto – Zwinvlakte)

Zo profiteerde de natuur dus grotendeels van de uitbreiding, maar ook op een andere manier leverde het voordelen op voor de fauna en flora in de omgeving. “Het zeewater vloeit en is heel beweeglijk. Het wekte de oude vlakte weer tot leven”, legt hij uit. “Het gebied hier was ook vrij beperkt. Er is netto 120 hectare natuurhabitat bijgekomen, maar het zorgt vooral voor drie keer meer water dat in en uit het gebied stroomt bij elk hoogtij. Zo wordt de natuur verbeterd, komt er unieke, zeldzame habitat bij en wordt het gebied robuuster gemaakt.”  

Niet alleen de natuur bloeit opnieuw op door de uitbreiding, ook voor de mens en hun bescherming tegen de gevolgen van klimaatverandering is het een goede zaak. De stijgende zeespiegel is een bedreiging voor onze kust, maar ook het extremer weer kan ernstige gevolgen hebben voor onze provincie. “We zitten met een sterk verstedelijkt gebied en een dichtbevolkte kustlijn in West-Vlaanderen. In badplaatsen zoals Oostende bijvoorbeeld heb je meteen de dijk naast de zee en weinig tot geen begroeide duinen die eventueel bescherming kunnen bieden tegen de stijgende zeespiegel. Verder zijn er ook de extremere en heftigere stormen, die voordien alleen in tropische gebieden voorkwamen, maar nu ook hier tegen onze kust kunnen beuken.”  

Met een gebied zoals het Zwin heb je de buffercapaciteit om als natuurlijke stormwering te werken. “Het is zelfs een win-win te noemen, want zeldzame zoutplanten hebben het zeewater nodig. Het is vereist dat hier af en toe zeewater over en weer raast, want moest dat niet gebeuren, zouden ze het moeten afleggen tegen zoetwaterplanten. Enkel zo ontstaat de mooie dynamiek.” 

Voor de beheerders van het Zwin blijft de grootste motivatie om de uitbreiding en verbeteringswerken uit te voeren blijf de natuur zelf, maar de beleving en het aantrekken van bezoekers speelt ook voor een stuk mee. Het blijft een provinciedomein, met een bezoekerscentrum en gegidste wandelingen. “De dijk rond de uitbreiding is zodanig ingericht dat bezoekers er kunnen fietsen en wandelen. Op warmere dagen, in de vakantie of tijdens het weekend is het hier over de koppen lopen”, geeft Wouter mee.  

(lees verder onder foto – groot aantal bonte strandlopers)  

Door die extra 120 hectare komt er niet alleen veel meer water bij, het zorgde ook voor een grote toename van soorten planten en dieren. “Het bodemleven floreert, met zeldzame kevers en spinnen als inwoners. De Zwinvlakte is een waar vogelparadijs geworden, met duizenden eenden en steltlopers die er komen overwinteren. De bodem hier moet dus een enorme hoeveelheid voedsel bevatten, om hen allemaal te kunnen vullen. De tureluur bijvoorbeeld, hun aantallen zijn maal drie gegaan door de uitbreiding. Zij lopen op dat slib rond en pikken voortdurend naar eten: dat toont alleen maar aan wat voor een waanzinnig rijke voedselbron het Zwin is.” 

Een favoriete diersoort kiezen blijkt dus geen evidente keuze voor Wouter. “Ik ga toch de zilverplevier nemen. Het is één van de 30 soorten steltlopers die hier leven. Als broedvogels komen ze van het uiterste noorden van Siberië, waar het vol met ijs ligt en de temperatuur min 50 graden Celsius bedraagt. Hier overwinteren een tweehonderdtal zilverplevieren, een aantal dat sterk is toegenomen na de uitbreiding. Als ik er over nadenk, is het best wel uniek dat ze duizenden kilometers vliegen om hier te komen overwinteren, bij ons in het Zwin.” 

(lees verder onder foto – zilverplevier)   

Blik op de toekomst

Toch is het Zwin, ondanks de vernieuwingen, als gebied niet helemaal beschermd tegen alle bedreigingen. Net zoals in andere provinciedomeinen komen hier veel mensen met hun hond wandelen. Je hond aan de leiband houden is verplicht, maar vaak wordt dat niet gedaan. “Sommige van die honden vallen bijvoorbeeld de grazende schapen op de dijk aan. Daardoor raken de schapen verminkt, of erger, overlijden ze aan hun verwondingen”, zucht Wouter.  

“De menselijke druk is de grootste bedreiging voor het Zwin. Tijdens zomerdagen gebeurt het dagelijks dat verschillende drones, helikopters en andere tuigen overvliegen en de dieren in hun rust verstoren. Ook de bebouwing aan de kust is niet ideaal. We zitten vastgeduwd tussen de dichtbebouwde badplaatsen en de zee aan de ene kant én het akkerland aan de andere kant. De coastal squeeze is ook hier bezig.” 

Verder kan het Zwin als waterrijk gebied een oplossing bieden voor de zoektocht naar manier om koolstof op te slaan. Zo kan het naast carbon farming, een techniek die momenteel in de landbouwsector aan een opmars bezig is, en in het algemeen het opslaan van CO2 in bomen geplaatst worden. “Nog meer dan bossen kan zoutwatermoerasland, de slikken en schorren, CO2 vasthouden. Meer wetland is zeker een heel belangrijk element om klimaatverandering te counteren. Er kan nooit genoeg van dit soort gebied zijn.”  

Ik kan jullie alleen maar een bezoek aan het mooie Zwin Natuur Park aanraden. Eind januari kan je genieten van het grote vogelweekend. Tijdens dat weekend houdt Natuurpunt hun jaarlijkse vogeltelmoment. De voederhut in het Zwin is ideaal om de aanwezige vogels te tellen, en ook kinderen kunnen meehelpen (inschrijven is vereist). Voor wie de pracht en praal van de Zwinvlakte op een andere manier wil leren kennen, raad ik de eerste aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ aan, te herbekijken op vrt.nu.