De NMBS werkt aan een nieuw vervoersplan. Het vorige dateert van 2017. Ik mocht de West-Vlaamse roadshow inleiden. Wat wil de West-Vlaamse treinreiziger, behalve stipte en nette treinen? Ik pleit voor meer rechtstreekse verbindingen met Brussel en meer treinen tussen Kortrijk en Brugge. En die laatsten mogen zeker ook wat sneller rijden.

“Een ontwikkeld land is geen land waar de armen een auto hebben. Het is een land waar de rijken het openbaar vervoer nemen!” Een treffende uitspraak van Enrique Penalosa, burgemeester van de Colombiaanse wereldstad Bogota. Ik vind ze ook toepasbaar op onze regio. Wij willen minder files, schonere lucht en minder CO2-uitstoot. Een zeer goed uitgebouwd openbaar vervoer is het betere antwoord om dit doel te bereiken.

Ik wil vanuit onze provincie niet alleen pleiten voor een rechtmatig stuk van de NMBS-taart. Ik hoop dat die taart in zijn geheel ook wat groter zal zijn. Het moet een actiepunt zijn van onze volgende federale regering. Er werd de afgelopen legislatuur door de federale overheid té fors bespaard op de NMBS.

“Meer doen met minder”. Het klinkt mooi maar in de praktijk komt het meestal neer op een verdere verschraling van het aanbod. Gebieden die het verst van Brussel liggen, zijn het kind van de rekening. Ik begrijp de burgemeester van Diksmuide. Ze zegt in een interview in De Standaard  bevreesd te zijn voor wat dit nieuwe vervoersplan zal brengen.

De grote NMBS-hervorming dateert van 2014. Er was een beperkte bijsturing in 2017. Om mijn geheugen wat op te frissen, ben ik gaan grasduinen in de persartikels uit die tijd. Het werd me al snel  duidelijk dat de hervorming niet iedereen kon overtuigen. Er waren wel verbeteringen in het aanbod. We kregen een derde verbinding per uur vanuit Brugge naar Brussel en een uurdienst van Kortrijk naar Leuven via Gent en Brussel. Voor wie vanuit Poperinge/Ieper de trein neemt naar Brugge (en terug), is er een betere overstaptijd in Kortrijk.

Ik vermoed dat het nieuwe vervoersplan ook nu niet iedereen zal kunnen overtuigen. Laat ons hopen dat we vanuit West-Vlaanderen nog hier en daar wat kunnen bijsturen. In 2014 leverde het overleg drie concrete zaken op. We verkregen dat er toch nog een rechtstreekse P-trein naar en van Brussel stopt in Beernem, dat er meer dan voorzien met modern materieel naar De Panne wordt gereden en dat het aanbod aan toeristische treinen naar de Kust gelijk bleef.

In 2017 is de onlogische rechtstreekse verbinding De Panne-Brussel langs de oude lijn 50 vervangen door een meer zinvolle verbinding De Panne-Antwerpen. Daarmee kwam de vroegere rechtstreekse snelle verbinding naar Brussel wel niet terug.

En hier kom ik bij een punt dat vandaag nog steeds pijnlijk blootligt. Ook de stations op de lijn Poperinge-Kortrijk zagen hun rechtstreekse verbinding naar Brussel ingeruild voor een doorgaande verbinding naar Gent en Antwerpen. Voor vele West-Vlaamse pendelaars is Brussel nog steeds dé werkbestemming. Zij moeten overstappen in Gent, op de aanslepende werf die het station van Gent-Sint-Pieters nog altijd is.

Het is de droom én wens van vele West-Vlamingen dat er opnieuw een permanent aanbod komt van rechtstreekse treinen naar Brussel (en dit niet alleen tijdens de spitsuren). Laat dit mijn eerste actiepunt zijn voor het nieuwe vervoersplan. Een tweede actiepunt is de uitbouw van een performanter treinaanbod tussen Kortrijk en Brugge.

De grootste achteruitgang sinds 2014 is de verdwijning van een échte IC-verbinding tussen Brugge en Kortrijk. De twee IC-verbindingen die we nu hebben, zijn in werkelijkheid stoptreinen. Toegegeven, het heeft ook zijn voordelen. De versterkte bediening van de tussenliggende haltes Ingelmunster, Lichtervelde en Zedelgem is een goede zaak. Dat blijkt uit de stijgende reizigerscijfers. Maar dat de commerciële snelheid van die trein minder dan 60 km per uur bedraagt, is toch wel ondermaats.

Intussen stel ik vast dat de ochtendfiles ten zuiden van Brugge stilaan structureel worden. De oplossing is hier volgens mij te halen uit een performanter treinaanbod tussen Kortrijk en Brugge. Ik bedoel daarmee heel concreet: een aanbod met een halfuur-frequentie en treinen die een voldoende hoge snelheid halen.

Het nieuwe vervoersplan is voorzien voor 2020. Vanuit West-Vlaanderen zullen we onze actiepunten op tafel leggen en hard maken. We willen niet opnieuw het kind van de rekening zijn.