De uitbreiding van de Gavers komt niet alleen de natte natuur ten goede. Het is ook een uitgelezen kans om de natuur-educatieve recreatie op te waarderen. Hoe verzoenen we avontuur met natuur? Dat is de uitdaging.

De Gavers is met 800 000 bezoekers ons drukst bezochte provinciedomein. Een uitbreiding met 25 hectare zorgt voor 10 procent meer natuur. Straks is het domein 275 hectare groot. Door een opsplitsing in drie zones houden we de balans recreatie en stille natuur in evenwicht. Over onze plannen voor herinrichting van de natte natuur schreef ik al een blog. In deze blog ga ik wat dieper in op het luik NME, Natuur en Milieu Educatie. Ik doe dit aan de hand van een reeks sprekende beelden, met dank aan onze ontwerper Pieter Vandevoorde.

(lees verder onder de foto)

Dit kaartje situeert nog eens waarover we praten. Het groen gespikkelde gedeelte markeert het huidige domein, 250 hectare groot. De rood aangeduide gebieden vormen samen de 25 hectare die erbij komt. Het gebied grenst aan de spoorlijn Kortrijk-Brussel en aan de E17. Aan de rand voorzien we een groenbuffer met drie hectare bos en één hectare boomgaard. De boomgaard wordt dit najaar al aangeplant. We werken hiervoor samen met Velt en Stadlandschap. Er is plaats voor een honderdtal hoogstammige inheemse fruitbomen.

Ik wil meteen ook de liefhebbers van het bestaande arboretum geruststellen. De 7 hectare grote botanische tuin, aangelegd in 1978, behoort tot de identiteit van de Gavers. De 170 bomen komen uit contintenten van het noordelijk halfrond. Het zijn exoten, maar er zijn absoluut geen plannen om dit arboretum te kappen. Dat zou zonde zijn. Het ene sluit het andere niet uit. Er bestaat een ipad-wandeling die het arboretum ontsluit. Dit verhaal koppelen aan de inheemse boomgaard lijkt me zelfs een meerwaarde.

(lees verder onder het kaartje)

Hoe begin je met de (her)inrichting van een domein? Met een praatplan. Ik weet niet wie dit begrip heeft uitgevonden, maar het klopt wel. Zo een plannetje stimuleert om te praten en ideeën uit te wisselen. De kernwoorden zijn aanwezig: avonturenzone, beekverlegging, gecontroleerd overstromingsgebied, uitkijkpunt, … De NME-zone is de driehoek links op het kaartje. In een volgende fase leidt dit tot een ontwerp dat al meer de look and feel heeft van wat het moet worden.

(lees verder onder het kaartje)

Centraal in dit ontwerp zie je een water/moeraszone. Bestaande grachten worden behouden en historische laantjes (met knotwilgen en struwelen) heraangelegd. De graslanden worden ingericht als hooiland, de natte zones voorzien van vlonderpaden. Hier wordt het historisch meersenlandschap in ere hersteld. En daarbij vormen historische foto’s en een topografische kaart uit 1953 een handige leidraad.

(lees verder onder de foto)

De padenstructuur in de educatieve zone is vandaag weinig gestructureerd. Er komt een nieuwe indeling, met verharde en onverharde paden. De mountainbike-route wordt verlegd naar elders in het domein. De gele lijn op onderstaand kaartje markeert het educatief parcours. Het wordt een lus van één kilometer die start aan het bezoekerscentrum. Wie dit pad volgt, komt niet alleen alles te weten over de historiek van het landschap. Je mag ook zelf op expeditie gaan, over de beek springen, het gebied afgluren vanuit de boomkruinhut of zelf het waterpeil controleren.

Het waterpeil is trouwens een van de rode draden in het verhaal van dit landschap. Een droge zomer en het peil kan tot twee meter zakken, zelfs in een meersengebied. Zo een waterpeilbuis drukt je met de neus op de feiten en dan snap je meteen waarom we nu moeten investeren in het herstel van natte natuur!

In de educatieve zone komt ook een plein met taluds, een visuele voorstelling van de verschillende graslanden. In het talud plaatsen we een container, handig als stockageruimte én als schuilplaats bij de outdoor-klasactiviteiten. Tenslotte zal deze zone in de toekomst ook ruimte voorzien voor jeugdkampementen. Het kampeerterrein bevindt zich nu bij de trekkershutten, maar zal dus verhuizen. Een logische ingreep, lijkt me. Het wordt een kampeerzone voor maximum 30 personen, dicht bij de sanitaire faciliteiten.

Zijn er dan geen educatieve elementen in de andere natuurzones? Die zijn er wel, maar in die zones mikken we vooral op rustige natuurbeleving. Die rust is nodig om fauna en flora niet te bruskeren. In het gecontroleerd overstromingsgebeid komen er kijkhutten, een vogelbank en een observatiebunker. Die laatste bevindt zich qua zichtlijn ergens tussen de gewone kijkhut en de onderwaterkijk-wand (bij de Gaverplas). Vanuit de bunker kijk je op de waterlijn.

En, ik sloot er ook al mijn vorige blog mee af: er komt een landmark, een ijkpunt, een extra reason to come. Maar nog even geduld. In december mocht ik het nog niet verklappen en ook nu hou ik de landmark achter de hand. Dat is voer voor een derde Gavers-blog!