Met de provincie hebben we bij de Vlaamse overheid twee projectvoorstellen ingediend voor het inrichten van natte natuur. De Gaverbeek en de IJselbeek krijgen opnieuw hun natuurlijke beloop, mét meanders en zonder betoninkapseling. Gronden mogen weer nat zijn, want het zijn perfecte buffers in tijden van  droogte en waterschaarste.

Ik geef het toe, ik ben oud genoeg om nog te weten hoe het voelt om door beken te ploeteren, de botten net niet hoog genoeg om het water tegen te houden. Die beken en grachten werden echter steeds meer ingebuisd, om stank en ongedierte tegen te gaan. Weg was het water. Het leek de ideale oplossing om vervuiling tegen te gaan.

Vandaag worden beken opnieuw opengelegd, niet vanuit een nostalgisch verlangen naar dat ploeterplezier maar vanuit een noodzaak. Beken in een buis zijn adders onder het gras. De doorstroming verloopt niet ideaal. In heftige regenperiodes leidt dit tot overstroming. En buizen zijn geen eeuwig leven beschoren, met grondverzakkingen tot gevolg. Bovendien beseft men nu dat een open waterloop het water ook beter vasthoudt.

(lees verder onder de foto)

Waterlopen hun open profiel teruggeven. Het is één manier om meer natte natuur te creëren. Het begrip is niet alleen van toepassing op beken en rivieren, maar ook en vooral op het gebied errond. De Britten hebben er een poëtisch woord voor: wetlands. Wij hebben het over meersen of drasland. Het zijn zones waar rivier en land elkaar raken, een soort niemandsland, met een heel eigen biodiversiteit. Het zijn gebieden die door onze voorvaderen gebruikt werden als hooi- of weideland, in de periode dat ze niet onder water stonden.

Je hoeft geen Vermeersch te heten om te weten dat deze gronden vandaag hun natuurlijke look meestal zijn kwijtgespeeld. Hier leidden menselijke ingrepen – omvorming tot akkerland – tot verschraling van de biodiversiteit. Het is een gegeven dat al jaren wordt aangekaart maar nu pas ten volle doordringt. Het verlies aan biodiversiteit was op zich niet krachtig genoeg als argument. Waterschaarste is dat wel. Ook natte gronden houden het water beter vast. Natuurherstel dient hier in eerste instantie de strijd tegen de droogte, maar een bijkomend – en wat mij betreft even waardevol – effect is de toename van biodiversiteit.

Het inzicht komt altijd met de jaren. Harde cijfers geven dat inzicht nu nog een duwtje in de rug. Ik citeer uit de Blue Deal van de Vlaamse overheid: “Onderzoekers van het INBO en de Universiteit Antwerpen vergeleken kaartmateriaal uit de naoorlogse periode van de vorige eeuw met huidige kaarten. Daaruit blijkt dat Vlaanderen in de afgelopen 50 tot 60 jaar 75 % van zijn natte natuur verloor. Van de 244 000 ha natte natuur die er rond de jaren 1950 nog waren, blijven nu maar 68 000 ha, bovendien van wisselende kwaliteit.” (p.27) en ook: “Natte natuur wordt door experts naar voren geschoven als het meest kostenefficiënt voor de strijd tegen de droogte.”

Voor de Blue Deal trekt minister Zuhal Demir 75 miljoen uit. Daarbovenop komen er extra subsidieprogramma’s. Het programma “lokale hefboomprojecten natte natuur” is er één van, goed voor een totale pot van 5 miljoen euro. De provincie West-Vlaanderen is projectleider voor twee dossiers die eind november zijn ingediend. We vragen twee keer de maximum subsidie van 250 000 euro. De projecten zelf zijn geraamd op 370 000 euro (IJselbeek) en 1.750 000 euro (Gavers).

(lees verder onder het kaartje)

Ik stel hier beide dossiers kort voor, kwestie van aan te tonen hoe theorie kan omgezet worden in de praktijk. De aanloop tot deze projecten ging gepaard met heel wat overleg en inspraak. De sterkte van een dossier is niet alleen de inhoud maar ook de manier waarop het breed gedragen wordt door zoveel mogelijk partners. En in dit geval zijn dat lokale overheden, stadslandschappen, natuurbewegingen, Vlaamse Landmaatschappij, intercommunale, enz. Beide dossiers worden beschouwd als lokaal hefboomproject maar ze kaderen in een ruimer bovenlokaal proces van gebiedsontwikkeling.

Zo is het project “herwaardering van de IJselbeek” ingebed in de ontwikkeling van een blauwgroen netwerk in Zuid-West-Vlaanderen. De IJselbeek doet wellicht enkel bij de inwoners van het gehucht Vijfwegen (Geluwe) een belletje rinkelen. Het is een zijloop van de Geluwebeek. Op Google Maps is de beek niet te zien, want ze is vandaag nog volledig ingebuisd. Op onderstaand kaartje is het traject aangeduid, ter hoogte van de Beselarestraat en niet ver van de A19.

(lees verder onder het kaartje)

Ijselbeek

De IJselbeek krijgt over een tracé van 500 meter opnieuw een open profiel. Een tracé van 300 meter blijft ingebuisd maar daarnaast komt een nieuwe open beekbedding, een soort Doorpass die dan aansluit op de Geluwebeek. De provincie koopt 2 hectare grond aan, om de beek te ‘hermeanderen’ en om natte zones te voorzien. De landbouwpercelen worden afgegraven tot het oorspronkelijke maaiveld. We keren daarbij terug naar de initiële bestemming van ‘nat hooiland’. Het is een enclave die niet alleen kan fungeren als (controleerbaar) overstromingsgebied maar ook als leefgebied voor akker- en weidevogels. En er wordt ook ingezet op bloeiend struweel, wat dan weer ten goede komt van bestuivers zoals de wilde bij.

Wie heeft hier nu direct baat bij dit alles? De inwoners van Geluwe, want de open IJselbeek zal ervoor zorgen dat het afstromende water van de snelweg minder rap terechtkomt in de Geluwebeek. Die Geluwebeek zal daardoor gespaard worden van hoge waterpieken (en -overlast voor de bewoners). Er is minder erosie en meer mogelijkheid tot infiltratie van het water in de grond. Hierdoor stijgt de watervoorraad, wat dan weer goed is voor de landbouwers op de omliggende percelen. Langs de nieuwe inrichting komt bovendien een wandellus van 2.5 kilometer. Twee hectare natte natuur kan dus wel degelijk een wereld van verschil maken.

(lees verder onder de foto)

Het tweede projectdossier omvat een uitbreiding van het bestaande provinciaal domein de Gavers. Vandaag is het domein 212 hectare groot. Er komt een gebied van 25 hectare bij. Dat zal specifiek ingericht worden onder de noemer “natte natuur”. Daarmee keren we de klok terug in de tijd. Tot halfweg de 20ste eeuw maakte deze zone deel uit van een uitgebreid meersenlandschap, met heel wat percelen grond die voornamelijk gebruikt werden als hooi- en graasweiden. In de 19de eeuw werd de Gaverbeek gegraven. De beek moest zorgen voor een betere ontwatering in het gebied.

Het meersenlandschap verdween in de jaren 1960. Voor de aanleg van de E17 was zand nodig. Het zand werd weggezogen uit de Gaverweiden en er ontstond een enorme plas. Het herinrichtingsproject situeert zich in het randgebied van dat Gavermeer. Daar willen we het oorspronkelijke meersenlandschap herstellen. Op de planning staan ook een hermeandering van de Gaverbeek en een zone die wordt ingericht als ‘gecontroleerd overstromingsgebied’. Op het onderstaande kaartje zijn de zones aangeduid.

(lees verder onder het kaartje)

Zone 1 is voorbehouden voor het herstel van het meersenlandschap. Hoe zal het eruit zien? Natte weilanden dooraderd met grachten, poelen, knotwilgenrijen, populierendreven en struwelen. Er wordt ook een hoogstam fruitboomgaard aangelegd. Dat laatste lijkt misschien wat vreemd, maar ook dat is historisch verantwoord. Vroeger gebruikte men de hoger gelegen stukken in het meersenlandschap voor boomgaarden. Waarop hopen we? Op weelderige dotterbloemlandschappen, een lust voor het oog en vandaag een zeldzaamheid in Vlaanderen. Doorheen deze zone wordt een natuurleerpad aangelegd, zodat de wandelaar kan meegenieten van al dat moois.

In zone 2 wordt een ‘gecontroleerd overstromingsgebied’ aangelegd, gecombineerd met moeraszones. Zo worden de functies van waterbeheersing geïntegreerd met een verhoging van de natuur- en belevingswaarden. Waarop hopen we? Op een habitat waar heel wat vogels hun stek zullen vinden, van steltlopers over rietvogels tot oeverzwaluwen.

In zone 3 staat de hermeandering van de Gaverbeek centraal. In 2008 kreeg de beek al een meer natuurlijke herinrichting. Nu gaat alle beton eruit, zowel van de oevers als van de vloer. En dat is heel wat: per meter beek is er nu nog 6 vierkante meter beton verwerkt. Bij de herinrichting krijgt de Gaverbeek een zomer- en een winterbed en komen er nieuwe meanders bij. Langs de beek komt een halfverhard wandelpad. De beek zelf wordt teruggebracht tot een diepte van één meter. Waarop hopen we? Op een ecologisch optimale beekhabitat, een propere Gaverbeek die kan fungeren als waterbuffer. Door de natuurlijke inrichting zal het water ook gemakkelijker infiltreren in de grond.   

Dit zijn twee sterke dossiers, gericht op het creëren van natte natuur, beveiliging tegen overstromingen en met oog voor zachte recreatie. De goede waarnemers onder jullie zullen in zone 2 op het grondplan een rode ster hebben opgemerkt. Die ster staat voor een landmark. Wat het wordt, kan ik nu nog niet verklappen. Een blikvanger, dat staat als ‘een paal boven water’. Mijn botten staan al klaar …