Het strategisch project ‘IJzer- en Handzamevallei, klimaatbuffer in de Westhoek’ krijgt groen licht van de Vlaamse overheid, goed voor een toelage van 300 000 euro. De Provincie is gangmaker van dit dossier. De uitdaging is nu om met de twintig partners concrete acties uit te werken. Van de aanleg van waterbuffers tot het uitwerken van recreatiemogelijkheden langs en op de IJzer. We hebben drie jaar de tijd om dit mooie gebied te optimaliseren.   

Het project kadert in onze doelstellingen rond klimaatadaptatie en -mitigatie. Water fungeert hier als hefboom. Hoe gaan we om met waterschaarste en waterkwaliteit? Maar ook: wat kunnen we doen om meer mensen te sensibiliseren rond de waterproblematiek? En dan is het kwestie van het nuttige aan het aangename te koppelen. Waterbeleving en -recreatie maken dit soort projecten zichtbaar voor een groot publiek. Het is fijn om te fietsen, te wandelen of te varen in een gebied waarvan je voelt dat het klopt, dat mens en natuur erin geslaagd zijn om iets moois te creëren.

Ik las met veel interesse het artikel De IJzer, 30 jaar later: properder, natuurlijker, aantrekkelijker en dienstbaarder?” Auteur is Filip Boury, voormalig provinciaal coördinator Westhoek. Hij is met pensioen en heeft dus de tijd om één en ander in een ruimer perspectief te plaatsen. Wat de IJzervallei betreft: we komen van ver. In 1990 was het slecht gesteld met de IJzer en het omliggende stroomgebied. Waterbeheer stond toen gelijk aan ‘water zo snel mogelijk afvoeren’. Natte natuur verdween. De grond moest vooral droog zijn, voor landbouw en bebouwing. Met klimaatverandering werd geen rekening gehouden. Drie decennia later is net die klimaatverandering het uitgangspunt bij het uitwerken van beheersmaatregelen. Het kan verkeren …

Maar goed, in 1990 werd alarm geslagen door wetenschappers en milieubeschermers. Twee jaar later waren de eerste grensoverschrijdende stroomgebiedsplannen opgemaakt. Het watersysteem terug in goede toestand brengen, zo stond in het actieprogramma. Overleg en samenwerking over de grenzen heen zorgde voor een omslag in het denken. Oevers werden ecologisch ingericht, beken hersteld en bufferzones aangelegd. Maar we zijn er nog lang niet. Ook na dertig jaar is het water in de IJzervallei nog altijd vervuild. Die slechte waterkwaliteit geldt trouwens voor de helft van onze waterlopen (DS, 18/01/2021). En wat mij hierin het meest verontrust: men legt zich erbij neer dat dit in 2033 nog zo zal zijn …

Ook Filip Boury legt de vinger op de wonde: de doelstelling om tegen 2015 een ‘goede watertoestand’ te bereiken, werd niet gehaald. Er is nu een nieuwe Europese einddatum: 2027. Boury weet dat het moeilijk wordt – en dit is een understatement – maar hij is hoopvol: “Ik reken op het vele jonge talent dat nu aan het werk is om dit waar te maken.”

(lees verder onder het kaartje)

Het dossier dat nu op tafel ligt, is het resultaat van hernieuwd overleg en jong enthousiasme. Het is een ambitieus project. De omvang van het werkgebied is groot. Dat is slim, want enkel een geïntegreerde aanpak leidt tot resultaat. Het gebied omvat de hele IJzervallei van Roesbrugge tot en met de IJzermonding in Nieuwpoort, én de Handzamevallei. Maar ook in termen van partnerschap wordt hoog gemikt. Lokale besturen, waterbeheerders, Natuurpunt, Regionaal Landschap Westhoek én Boerenbond onderschrijven de intentieverklaring om samen te werken rond dit project. Ook heel wat provinciale instanties zijn betrokken, van dienst waterlopen over Inagro tot Westtoer.

De subsidie die we krijgen, wordt gebruikt om een voltijds projectcoördinator aan te stellen en voldoende werkingsmiddelen te voorzien, dit voor een periode van drie jaar. Daarbovenop komen extra middelen (maximum 500 000 euro) om strategische percelen grond aan te kopen. Vanaf pakweg mei dit jaar kunnen we concreet aan de slag.

(lees verder onder de foto)

Ik heb het dossier nog eens goed doorgenomen, want ik zal er de komende jaren nauw bij betrokken zijn. Drie deelgebieden staan voorop: het Blankaartbekken, de bovenloop van de IJzer (focus op Roesbrugge) en de Handzamevallei. Wat verbindt deze gebieden met elkaar? De problematiek van de waterhuishouding. Het zijn regio’s die zich van nature uit goed (zouden moeten) lenen om die waterhuishouding te regelen.

Maar de balans is verstoord, door menselijke ingrepen, door de behoefte om de grond te bewerken en te bewonen. We weten nu al dat dit niet meteen de meest duurzame ingrepen waren. Het komt erop aan om de balans te herstellen. Lijkt me logisch, een goede balans zorgt voor een beter resultaat.

(lees verder onder het kaartje)

Het Blankaartgebied, met het achthoekige spaarbekken. Drinkwaterproductie is afhankelijk van waterbeschikbaarheid én kwaliteit van dat water. Beiden staan onder druk.

Neem nu de Blankaart. Hier werd jaren geleden al de juiste keuze gemaakt om het gebied terug te geven aan de natuur. De Blankaart is uitgegroeid tot een natuurlijk overstromingsgebied, bron van leven voor tal van vogelsoorten. Het Blankaartbekken is het belangrijkste drinkwaterwinningsgebied in de Westhoek. Het volume drinkwater dat we kunnen ‘aftappen’ is rechtstreeks afhankelijk van de waterbeschikbaarheid en de kwaliteit van het water.

Toenemende droogte zorgt ervoor dat beiden fel achteruit gaan. Er is minder water voorhanden en er worden hogere nitraatconcentraties vastgesteld. Door de droogte wordt er immers minder nitraat opgenomen door de planten. Gevolg: we halen de norm voor drinkwater niet en dus kan dit water niet doorstromen naar het spaarbekken. Gevolg: er dreigt een tekort aan drinkwater.

Slimme peilsturing, ecologisch beekherstel, meer ruimte voor watercaptatie … men weet intussen wat er allemaal kan aan gedaan worden. Ook voor de Handzamevallei zijn er ideeën, zoals de aanleg van een captatiebekken voor irrigatiewater, dat tegelijk functioneert als infiltratielagune. Het zijn ingrepen die ruimte opeisen en dat is niet evident. Grond ruilen is een mogelijkheid. Kan een voormalig slibstort Nieuwenstede worden afgegraven en teruggegeven aan de landbouw, in ruil voor overstromingsgrond in de Blankaart? Dat zijn de keuzes die we straks moeten maken.

(lees verder onder de foto)

Om een balans te herstellen tussen natuur en mens zal er ook moeten gezocht worden naar een goede balans tussen mensen onderling. In dit projectgebied wonen en werken mensen. Het waterverhaal moet ook aan hen op de juiste manier worden verteld. En ze moeten nauw betrokken worden, landbouwers én bewoners. Het project focust op Roesbrugge als ‘ijzersterk grensdorp’. Het dorp is omgeven door WORG, Watergevoelig Open Ruimte Gebied (zie bovenstaand kaartje). Als je dit gebied wil (her)lanceren als natte natuur, dan moet je in de dorpskern zelf investeren en woonuitbreidingszones schrappen.

Het is ook een voorbeeld van hoe het waterverhaal kan uitgroeien tot een toeristisch-recreatief verhaal. Er is geld voor het beheer van het jaagpad langs de Oude IJzer en er wordt ingezet op waterbeleving. Het is dan aan een partner als Westtoer om dit toeristische verhaal op te tillen naar een hoger niveau. Ikzelf droom er ook van om het kasteel van de Blankaart in te richten als instappunt voor dit waterverhaal. Educatief? Ja, maar vooral ook attractief. Het is de beste manier om een ruim publiek te overtuigen en mee te krijgen in je verhaal.