Ik krijg vaak vragen over het kappen van bomen in onze provinciedomeinen. Het gaat om het kappen van zogenaamde ‘exoten’, uitheemse bomen. Dat er in sommige gevallen bomen moeten gekapt worden om de biodiversiteit te verhogen, klinkt misschien wat vreemd. De uitleg laat zich niet vatten in 280 tekens. Het is een genuanceerd verhaal.

In onze provinciedomeinen vallen bepaalde terreinen onder de noemer “Europees beschermde natuur”. We zijn daarom verplicht om beheerplannen op te stellen. Natuurbeheerplannen zijn onderworpen aan de regels van het natuurdecreet of het bosdecreet. Voor domeinen die in Natura 2000 gebied liggen, de zogenaamde speciale beschermingszones op basis van vogel- of habitatrichtlijnen, spelen de Europese regels mee. Die Europese richtlijnen werden door Vlaanderen vertaald in natuurdoelen. Als Provincie willen we deze doelstellingen mee helpen realiseren.

Een voorbeeld maakt veel duidelijk. In de Palingbeek zijn bepaalde terreinen onderverdeeld als  ‘Eiken-Beukenbossen op zure bodems’. Kenmerkende soorten van dit habitattype zijn onder andere de kleine ijsvogelvlinder, bosanemoon en dubbelloof (voor de niet-botanici onder ons: dit is een soort varen). Hulst, zomereik, lijsterbes, beuk en berk zijn er de typische boom- en struiksoorten.

Vanuit de nieuwe Vlaamse natuurwetgeving wordt in dit habitattype een aandeel van 90% inheemse bomen en struiken vooropgesteld. Om de dier- en plantensoorten te beschermen en te bevoordelen, is kappen van exoten zoals Amerikaanse eik en robinia noodzakelijk. De selectie van de exoten gebeurt altijd in overleg met de boswachter van ANB.

We hebben trouwens niet alleen bomen gekapt in De Palingbeek. Het bewuste terrein is intussen opnieuw aangeplant met berk, zomereik, wintereik, haagbeuk en linde. Daarnaast is een brede rand aangeplant van meidoorn, hazelaar, sleedoorn, vuilboompje, lijsterbes, hulst en boswilg. Tussen deze soorten zitten ook vele ‘bijvriendelijke’ soorten.

We hebben al vroeger zulke kappingen en heraantplantingen uitgevoerd. Het resultaat is positief voor de biodiversiteit. Door het wegnemen van de Amerikaanse eik wordt de ondergrond een stuk minder zuur. Dat zorgt voor een sterkere kruidlaag. Die kruiden zijn een extra bron van nectar. Daar komen dan weer meer bijen op af en zo wordt het verhaal van biodiversiteit concreet.

Dit jaar zijn nog soortelijke kappingen voorzien in de provinciedomeinen Tillegembos, Bulskampveld en Kemmelberg. Ook in deze domeinen zullen Amerikaanse eiken en uitheemse naaldbomen moeten wijken voor inheemse soorten.

En kappen we ook dode bomen? Het antwoord is nee. De holtes van dode bomen zijn geliefd bij spechten, vleermuizen en uilen. Daarom worden die dode bomen niet verwijderd. Dat heeft dus niets te maken met ‘slordigheid’. Wedden dat je een dode boom straks op een heel andere manier zal bekijken?

VIDEO: Vragenuurtje: beheervisie dunningen/kappingen in provinciale groendomeinen op Focus|WTV

waarom kappen we bomen?
© PWVL
waarom kappen we bomen?
© PWVL