Unieke ontdekking in de Gasthuisbossen: goed bewaarde Duitse schuilplaats uit WOI blootgelegd
Begin december stuurde de provinciale Groendienst me enkele foto’s door van een ‘unieke ontdekking’ in de Gasthuisbossen. Alleses begon bij een oplettende wandelaar die een verzakking in één van de paden signaleerde. Om de veiligheid te garanderen, ging de dienst ter plekke en werd de zone afgezet. Na opgravingen en onderzoek bleek het te gaan om een goed bewaarde Duitse schuilplaats uit de Eerste Wereldoorlog.
Het gebeurt niet vaak dat zo’n goed bewaarde schuilplaats ontdekt wordt. Heel vaak worden nog restanten aangetroffen van het bloedvergieten dat in onze contreien plaatsvond zo’n 100 jaar geleden, maar een volledige en quasi intacte schuilplaats kwam via archeologische opgravingen nog nooit aan het licht.
Enthousiast over de vondst plaatste ik een foto op mijn Facebookaccount. In een mum van tijd werd de post massaal gedeeld en kwamen er heel wat vragen en reacties. Omdat de vondst zoveel losgemaakt heeft bij veel mensen en er veel vragen waren, leek het mij een goed idee om er een blog over te schrijven.
Hoe werd de schuilplaats ontdekt?
Tijdens een wandeling doorheen de Gasthuisbossen ontdekte een wandelaar een verzakking in één van de paden. Op het eerste zicht waren er houten balken zichtbaar in de ontstane holte. Omdat het zinkgat zich bevond op een voormalige Duitse verdedigingslinie uit de Eerste Wereldoorlog, had de provinciale dienst Erfgoed een sterk vermoeden dat het om een archeologische vondst ging. Zo’n vondst moet gemeld worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed, dat bevoegd is om toevalsvondsten – zoals deze vondst in de Gasthuisbossen – te onderzoeken en te registeren.
Na de melding onderzocht archeoloog Sam De Decker samen met provinciaal archeoloog Wouter Gheyle die werkt op de dienst Erfgoed en met behulp van de provinciale Groendienst het zinkgat.
Uiteindelijk ontdekten de archeologen een goed bewaarde, ondergrondse houten schuilplaats uit de Eerste Wereldoorlog. Het dak van de schuilplaats was gedeeltelijk ingestort, waardoor een deel van de grond was ingezakt en het zinkgat was ontstaan.
Hoe ziet de schuilplaats eruit?
Deze schuilplaats, wellicht in 1917 gebouwd door Duitse soldaten, was bereikbaar via een trap en een tunnel, vermoedelijk vanuit een loopgraaf zo’n 5 à 10 meter ten noorden van de vondst, die op oude luchtfoto’s zichtbaar is. Die tunnel, die volledig was opgevuld met aarde, werd niet uitgegraven en gevolgd, om de stabiliteit van het wandelpad niet verder in gevaar te brengen.
Luchtfoto’s uit de Eerste Wereldoorlog, zegt u? Bekijk een selectie van meer dan 2500 van de mooiste luchtfoto’s gemaakt tijdens de oorlog op de website www.luchtfoto1914-1918.be, ontwikkeld door de provinciale dienst Erfgoed in samenwerking met het In Flanders Fields Museum, het Koninklijk Legermuseum en het Imperial War Museum.
Met afmetingen van ongeveer 160 x 240 centimeter en een hoogte van 165 centimeter, werd de houten schuilplaats uitzonderlijk stevig gebouwd met dikke balken. Het plafond was gemaakt uit boomstammen en hoewel het dak in slechte staat verkeerde en instortingsgevaar opleverde, bleef de vloer op 3,2 meter diepte, opmerkelijk goed bewaard. Om het onderzoek mogelijk te maken en het pad te stabiliseren, werden de resterende boomstammen van het dak verwijderd.
Het is echt heel uniek dat de schuilplaats in deze omstandigheden aangetroffen wordt. Het is de allereerste keer dat een compleet houten dak intact werd gevonden in een opgraving en de houten constructie in zijn geheel zo goed bewaard is gebleven. Deze vondst biedt nieuwe inzichten in de bouwtechnieken van dergelijke schuilplaatsen en de omstandigheden waarin ze werden gebruikt. Ook de massieve bouwwijze, met heel stevige balken, is nog niet vaak aangetroffen.
Bovendien werden elektriciteits- of communicatiekabels aangetroffen die de schuilplaats binnenkwamen via de toegangstunnel. Behalve constructiemateriaal zoals ijzeren verbindingshaken en pinnen in de balken, was de ruimte volledig leeg. Dit wijst erop dat de schuilplaats volledig ontruimd werd bij het verlaten van de linie.
Wat gebeurt in de toekomst?
‘Kunnen wij een bezoek brengen? Wat gebeurt verder met de vondst?’ zijn twee vragen die meermaals de revue gepasseerd zijn de afgelopen week.
In eerste instantie was het super belangrijk dat de schuilplaats uitgebreid gedocumenteerd werd. Er zijn gedetailleerde foto’s gemaakt, de locatie werd met GPS vastgelegd en een landmeter van het Agentschap Onroerend Erfgoed maakte een 3D-model van de constructie. Er komt ook nog een uitgebreid rapport van deze registratie.
Omdat de vondst niet direct bedreigd wordt door bodemingrepen zoals infrastructuurwerken, besliste het Agentschap Onroerend Erfgoed om de houten constructie in situ te behouden. Dit betekent dat de schuilplaats blijft zitten op de originele locatie.
Hierbij werd beslist om de holte opnieuw zorgvuldig te vullen met aarde en volledig dicht te maken. Die keuze werd gemaakt om meerdere redenen, zowel voor de veiligheid van toekomstige wandelaars, als voor de conservatie van de houten onderdelen.
De schuilplaats zit behoorlijk diep onder de grond. Om het eenmalig onderzoek goed te kunnen uitvoeren, werd een grote put aangelegd. Door het brede wandelpad bleek dat gelukkig ook mogelijk, want behalve gras werd er geen begroeiing aangetast en moesten geen bomen gerooid worden. Die diepte maakt het wel moeilijk om de shelter blijvend open te stellen. Bovendien was de tunnel ernaartoe volledig opgevuld met aarde, en het dak heel instabiel, net als het verrotte dak van de shelter. Daarnaast bleek uit het onderzoek ook dat de schuilplaats veel te krap is om bezoek toe te laten.
Ook de conservering van de shelter speelde een grote rol bij de beslissing om de kuil opnieuw te dichten. Mocht de kuil open blijven, dan zou het hout in de komende maanden volledig weg zijn omdat lucht, licht en water het aan zouden tasten. Dat risico wilden we niet nemen, waardoor beslist werd om alles opnieuw dicht te maken met aarde.
Uitkijken naar toekomstig onderzoek!
Binnenkort publiceert Agentschap Onroerend Erfgoed een rapport met de resultaten van het onderzoek. Ook zal de vondst een belangrijke bijdrage leveren aan een studie van de Universiteit Gent, waar een archeologiestudent onderzoek doet naar ondergrondse houten constructies uit de Eerste Wereldoorlog. De unieke vondst uit de Gasthuisbossen zal daar gegarandeerd een mooie plaats in krijgen.
Merci aan de oplettende wandelaar om melding te maken én ook aan de archeologen en de provinciale Groendienst voor het onderzoek!
Heb je ook een vermoeden dat je een mogelijk archeologisch spoor hebt ontdekt, bij je thuis of op wandel in de provincie? Doe een vondstmelding bij het Agentschap Onroerend Erfgoed via https://www.onroerenderfgoed.be/toevalsvondst, zoals het ook in de wet voorzien is. Zij evalueren welke stappen er ondernomen moeten worden en komen indien nodig de archeologische toevalsvondst onderzoeken. In provinciedomeinen mag je natuurlijk steeds onze collega’s van het provinciebestuur aanspreken of contacteren!