OEPC in de praktijk
Als we de klimaatdoelstellingen willen halen, moet ons energieverbruik drastisch naar beneden. En het renovatieritme moet jaarlijks verdrievoudigen. Met een OEPC, een onderhouds- en energieprestatiecontract, kom je al een heel eind. Bovendien verdien je een deel van de investeringen die je doet ook nog eens terug. Klinkt het als een promopraatje? Analyse van een project in eigen huis is de beste manier om te weten te komen of een OEPC doet wat het belooft.
Een blog van een jaar geleden herlezen, jullie hoeven het niet te doen maar ik vind dat spannend. Klopt de inhoud nog en heb ik mezelf niet te veel foute dingen aangepraat? Begin december 2019 schreef ik over de blikvangers 2020-2025 : “Het provinciaal klimaatplan is ambitieus. Als organisatie met voorbeeldfunctie wil de Provincie al tegen 2030 volledig CO2-neutraal zijn. Het actieprogramma? Duurzaam patrimoniumbeheer omzetten in de praktijk: op drie campussen (Boeverbos, PTI Kortrijk en De Gavers) wordt een OEPC-contract afgesloten. Op die sites moet dit leiden tot een energiebesparing van minstens 30 procent. Ook kleinere vestigingen worden betrokken in de energierenovatie.”
(lees verder onder de illustratie)
Duurzaam gebouwenbeheer: hoe begin je eraan? Als je het performant wil doen, is het veel meer dan wat isoleren en hier en daar de meetinstallaties op punt zetten. Als Provincie hebben we een uitgebreid gebouwenpatrimonium. Elke site vereist een specifieke aanpak en je moet keuzes maken, want al die renovaties en nieuwe technologieën kosten geld. Terugverdienen doe je pas later. De keuze voor de drie campussen bleef overeind. Dat stemt me al tevreden.
Hoe staat het met de contracten en is er al een project in uitvoering? PTI Kortrijk zit nog in studiefase. Voor de Gavers is de procedure lopende en hoopt men het contract tegen de zomer van volgend jaar rond te krijgen. Een OEPC is een contract dat je afsluit met een externe partner. Die partner is een ESCO – letterwoorden doen het goed in deze sector! – wat staat voor Energy Service Company. Zo een publieke of private organisatie levert integrale energieoplossingen aan de klant.
We moeten het dus niet zelf doen. We besteden het uit. Als klant krijg je van de ESCO een garantie op de geraamde energiebesparing. Ze bieden ook oplossingen aan om de energie-efficiëntie te verhogen. In het prestatiecontract wordt alles netjes omschreven en dan ben je vertrokken voor pakweg tien jaar.
(lees verder onder de foto)
Voor Boeverbos zijn we al vertrokken. Halfweg februari 2020 sloten we een OEPC af met Veolia. Het contract vermeldt investeringswerken in het bestuursgebouw, het administratief gebouw, de garage en de schrijnwerkerij. De investeringswerken kosten een kleine 2 miljoen euro (excl. btw). Dat is niet weinig.
Wat krijgen we in return? Veolia stelt een jaarlijkse energiebesparing van 37,4 % voorop. Het ligt dus nog een stuk hoger dan mijn blog-ambitie van ‘minstens 30 procent’. We zullen in de nabije toekomst veel minder betalen voor ons elektriciteits- en gasverbruik. En: we halen de CO2-uitstoot naar beneden, naar schatting 280 ton op jaarbasis. Dat is goed nieuws voor onze klimaatambities.
In de loop van het jaar zijn al heel wat investeringswerken uitgevoerd. Op het administratief gebouw zijn zonnepanelen geplaatst en het dak is geïsoleerd. In de stookplaats zijn alle technische installaties vernieuwd. Er zijn warmtepompboilers geïnstalleerd en in de schrijnwerkerij is de lichtstraat vervangen. Relighting is in uitvoering. Tijdens dit proces worden bestaande (vaak verouderde) armaturen en lampen vervangen door energiezuinige ledverlichting. Klimaat- en verwarmingsinstallaties krijgen een Priva-regeling. Priva? Geen letterwoord dit keer, wel de naam van een high-tec bedrijf dat de klimaatregeling in gebouwen automatiseert. Hun expertise is van die aard dat een Priva-regeling binnen dit verhaal zoveel betekent als ‘excellent’.
En om de nieuwe terminologie te vervolledigen: we gaan ook voor Snugr-thermostaten en radiatorkranen. Snugr is een Belgisch bedrijf dat – de naam laat het vermoeden – slimme systemen ontwikkelt voor het regelen van temperatuur. Het valt me in dit hele OEPC-verhaal trouwens op dat we voor innovatieve producten niet altijd in het buitenland moeten zijn. Ook dat stemt me tevreden.
Om mijn OEPC-check af te ronden, heb ik ook nog eens geïnformeerd naar de ‘kleinere vestigingen en energierenovatie‘. Ook op dat vlak zijn dit jaar al stappen gezet. In sites als het provinciaal archief, bezoekerscentrum Duinpanne en het wereldhuis gaan we niet voor OEPC maar voor CiRe, een Vlaams project dat inzet op circulair renoveren. En om het letterwoorden-rijtje compleet te maken: het verduurzamen van het Westtoer-gebouw in Brugge valt onder RHEDCOOP, wat staat voor Renovatie en Hernieuwbare EnergieDiensten via COOPeraties.
De Provincie West-Vlaanderen is partner in dit Europees project. Naast energierenovatie mikt het initiatief ook op kennisuitwisseling en sensibilisering. Dat laatste blijft wel nodig. De burger heeft niet zoveel boodschap aan al die letterwoorden. Hen moet je vooral duidelijk maken dat we er alles aan doen om de klimaatdoelstellingen te halen.