De Palingbeek is één van de topbestemmingen in onze provincie. Met 250 000 bezoekers op jaarbasis is dat zelfs een understatement. De komende jaren schakelen we nog een versnelling hoger. We investeren 2,5 miljoen euro in de herinrichting van de site Callewaert. Eind 2024 moet De Palingbeek hét uithangbord zijn voor natuurbeleving in de Westhoek.

Er beweegt wat in De Palingbeek. Dit voorjaar schreven we een bestek uit voor de opmaak van een natuurbeheerplan. De plannen voor een nieuwe natuurspeelzone – investering 0,5 mio euro – krijgen stilaan vorm. De bouw van de nieuwe circulaire en duurzame loods Pannecoucke zit in de fase van aanvraag omgevingsvergunning. Recent kochten we een weiland van 4,5 hectare aan, waardoor het domein de kaap van 250 hectare nu definitief overschrijdt.

Begin oktober werd een nieuw onthaal- en infopunt geopend en tijdens de voorbije provincieraad gaf men goedkeuring aan het bestek ‘Ontwerp van omgeving, architectuur, inrichting, scenografie site Callewaert’. In deze blog wil ik het vooral hebben over de realisatie van het infopunt en de plannen voor de herinrichting van de site Callewaert.

(lees verder onder de foto, onthaal- en infopunt)

Een infopunt, de vlag dekt in dit geval niet helemaal de lading. Af en toe mag het wat meer zijn dan een infopaneel tout court. Dit infopunt is ook een architecturale beleving. Het gebouw is ontworpen in Japanse Shoji-stijl, met houten geraamte en kamerscherm. De lengte van de constructie is niet alleen indrukwekkend. Het vormt ook een goede afscherming rond de achtergevel en aangelanden van het cafetaria.

Vorig jaar al schreef architectuurcriticus Koen Van Synghel in De Standaard een lovend artikel over het bouwwerk. “Het duo Schenk-Hattori ontwierp een educatief toegangspaviljoen. Deze Belgisch-Japanse­ architecten verbluften met een houten constructie die het midden houdt tussen een primitieve palissade en een veredeld afdak, in een geraffineerd spel van licht en structuur.”

(lees verder onder de foto, onthaal- en infopunt)

Het zwevend dak zorgt voor beschutting. Bekijk zeker eens hoe vernuft de balkstructuur in elkaar steekt! Hier kan je in alle weersomstandigheden de informatie lezen en bekijken. Je ontdekt het verhaal achter de mislukte kanaalwerken. Op een speelse manier wordt ook info gegeven over natuur en landschap. De semi-buitenruimte is ideaal voor een picknickpauze.

Er is zelfs een afgesloten ruimte voorzien voor het achterlaten van je rugzak of jas. De kostprijs voor dit infopunt – ruim 300 000 euro – was niet gering, maar de meerwaarde is groot. Dit is een blikvanger, dé toegangspoort tot het provinciaal domein. Voor het publiek is het meteen duidelijk: hier moet je zijn.

Eenzelfde aha-effect willen we creëren bij onze tweede toegangspoort, langs de Vaartstraat. Daar ligt de site Callewaert, genoemd naar de laatste eigenaar van het hoevecomplex. De Provincie kocht deze boerderij en gronden (10 hectare) in 1995. Vier jaar later werd het een milieuzorgboerderij en dat is tot op vandaag het geval. Mensen met een beperking helpen in de moestuin en verzorgen de dieren. Voor wie nu al ongerust wordt: geen paniek. Het is niet de bedoeling om dit prachtige initiatief te schrappen.

(lees verder onder het kaartje, situeringsplan van het domein)

Op de site is er sinds 2004 ook een bezoekerscentrum. De herinrichting focust zich vooral op dat aspect. Hoe kunnen we architectuur en omgeving zo inrichten dat de belevingswaarde voor de bezoekers fors de hoogte in gaat? Begrijp me niet verkeerd. De werking van het bezoekerscentrum is al jaren top. Vooral de scholen vinden hun weg naar de accommodatie in de Vaartstraat, zo’n 400 groepen op jaarbasis.

Er zijn ook heel wat leuke activiteiten voor individuele bezoekers. Ze kunnen deelnemen aan een rangerpostentocht of een avondje Palingbeek. Heel wat gezinnen gaan op stap met één van de zoektochten. Afgelopen zomer registreerde het bezoekerscentrum bijna 3 500 mensen. Dat is zeker niet slecht, maar we moeten hoger durven mikken. De site heeft voldoende potentieel om uit te groeien tot hét uithangbord voor natuurbeleving in de Westhoek. Maar op vandaag is de infrastructuur verouderd en mist ze de nodige uitstraling.

De goedkeuring van het bestek is de eerste fase in de herinrichting van site Callewaert. We zoeken een ontwerpbureau dat oog heeft voor het totale plaatje: én architectuur én omgeving én duurzaamheid én scenografie. We willen op de site een interactief natuurbelevingscentrum. Buitenbeleving staat voorop, logisch als je aan de rand ligt van zo een prachtig domein. De site moet uitgroeien tot het startpunt voor actieve natuurexploratie. Een tweede toegangspoort dus, voor de doe-wandelaars, voor al wie net dat tikkeltje meer wil doen dan enkel wandelen.  

(lees verder onder het plan, site Callewaert)

De site Callewaert is geen beschermde site maar leunt wel aan bij een habitat-natuurgebied en bij archeologisch/historisch waardevol WO1-domein. De herinrichting  moet gebeuren binnen de footprint van de bestaande gebouwen. Maar niets belet om uit te breiden in de hoogte. Stel je voor: een uitkijkpunt op negen meter hoogte, een panorama over het domein, vanop het dak van het gebouw. We hebben meteen onze blikvanger!

De loods van de groendienst komt straks vrij, want zij verhuizen naar de nieuw te bouwen loods Pannecoucke, waarvan sprake in het begin van mijn blog. Er is dus sowieso extra ruimte voor de uitbouw van het natuurbelevingscentrum. Ik verwacht van zo’n infrastructuur dat het in eerste instantie fungeert als onthaalpunt, met een expo, een shop en proper sanitair. Het is de ideale opwarmer voor je op verkenning gaat in het domein.

(lees verder onder de sfeerfoto)

De ontwerpbureaus hebben tot november de tijd om een voorstel in te dienen. Volgend jaar worden de plannen op punt gezet. De eigenlijke uitvoering van de herinrichting is voorzien in 2023 en 2024. Totale kostprijs van concept tot uitvoering: 2,5 miljoen euro.

Een centrale verbindingsas zal uiteindelijk de twee toegangspoorten met elkaar verbinden. Zo komen we tot één Palingbeek, één domein met ontelbare troeven. Ik durf hier nog een stapje verder te gaan. Waarom niet Palingbeek en Gasthuisbossen aan elkaar linken? En dan kijk ik in de richting van een erkenning als Landschapspark Westhoek. Ik hoop dat men nu toch stilaan inziet dat het glas hier niet halfleeg is maar halfvol.

Een erkenning zou zorgen voor extra financiële middelen. In de visienota Palingbeek durven we dromen van een bijkomende landmark, een fietsbeleving over de vaart bijvoorbeeld. Dat kunnen we niet realiseren zonder die extra middelen. De boodschap blijft dus: samen aan die kar trekken en samen promotie voeren. De regio Ieper op de kaart zetten, niet alleen als WO1-bestemming maar ook als hot spot voor natuurbeleving!