De letterzetter is een schorskever die het gemunt heeft op naaldbomen. Het beestje is bezig aan een opmars. Bestrijding kan enkel door het kappen van de aangetaste bomen. Dat zijn drastische ingrepen. Samen met onze noorderburen zoeken we naar oplossingen op langere termijn. Het streefdoel? Komen tot een klimaat-adaptief bos, een bos dat bestand is tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

Het viel me de voorbije zomer op tijdens mijn boswandelingen: bruine sparren. Je hoeft geen boomkenner te zijn om te beseffen dat dit geen goed teken is. Een bruine spar is zo goed als ten dode opgeschreven. Hoe komt dit? Ik ging ten rade bij Jan Goris (Bosgroep Houtland). Hij legt de vinger op de wonde: “Het is de klimaatverandering die zorgt voor een ravage onder de naaldbomen. Droogte en hitte verzwakken de bomen en dan zijn ze ultra vatbaar voor de letterzetter.”

(lees verder onder de foto)

Die kleine schorskever – amper anderhalve centimeter groot – weet dus de verzwakte bomen te vinden. Bij zulke exemplaren geraken ze immers gemakkelijk doorheen de schorslaag. Gezonde bomen maken een harslaag aan en dat beschermt hen tegen verwoestende aanvallen van insecten. Is die harslaag weg, dan krijgen beestjes als de letterzetter vrij spel. Het zijn de mannetjes die zich door de schors een weg zoeken naar een goed plekje in de boom. Daar maken ze een nest en lokken ze de vrouwtjes. De larven die uit de eitjes komen, graven tunnels onder de schors en op dat moment is de boom een vogel voor de kat. De voedseltoevoer naar de kruin is afgesneden en de boom sterft.

Larven vliegen uit en zoeken op hun beurt weer een weg naar andere verzwakte bomen. Op die manier krijg je een vicieuze cirkel. Een bosje met verzwakte bomen is binnen de kortste keren een aangetast bosje. Bomen asap kappen is de enige oplossing om het probleem op korte termijn in te dijken. Je kan ook de natuur zijn gang laten gaan, vanuit de redenering dat dennenbossen vroeger op de verkeerde plek – te droge zandbodem – zijn aangeplant en dat dit er dus ooit van moest komen.

(lees verder onder de foto’s)

Of je kan nagaan hoe je het probleem op langere termijn kan oplossen. Via het Scheldemondfonds wordt nu 56 000 euro vrijgemaakt voor een eerste studieronde. De letterzetter stopt niet aan de grens en gedraagt zich in die optiek niet anders dan een covid-virus. Vanuit onze provincie is Bosgroep Houtland betrokken partner. Er wordt een samenwerking opgezet met zeven andere partners, landschap- en bosgroepen uit Oost-Vlaanderen en uit Zeeland. Die grensoverschrijdende aanpak moet leiden tot een gemeenschappelijke visie rond klimaat-adaptief bosbeheer.

(lees verder onder het kaartje)

In de praktijk komt het hierop neer: in elk van de regio’s wordt een perceel bos gemarkeerd als proefperceel. Bij ons is dat een bosje gelegen op privé-domein, in Sijsele (het rood omrande bosje op de kaart). De eigenaar moest vorig jaar met lede ogen toezien hoe meer dan één hectare fijnsparren eronderdoor ging. Het engageren van die privé-eigenaars is een belangrijk gegeven in het project. Vele naaldbosjes zijn immers in private handen. Die versnippering is een extra uitdaging bij het in kaart brengen van het probleem. Bovendien gaat het ook om vele betrokkenen. Die moet je allemaal weten te overtuigen om een gezamenlijke aanpak te volgen.

Het in kaart brengen van de gezondheidstoestand van de grens-naaldbossen is de eerste stap in het project. Daarna wordt op de proefpercelen uitgetest hoe heraanplanten kan leiden tot meer biodiversiteit en tot een klimaat-adaptief bos. Die good practices zullen opgenomen worden in een rapport met bevindingen. Hieruit wordt dan een concrete klimaat-adaptieve aanpak gedestilleerd. Het is vooral die concrete aanpak die de vele boseigenaars zal interesseren. En mij ook natuurlijk. Ik geef hiervoor nu al rendez-vous in het proefbosje van Sijsele, ergens in maart 2022.