Hernieuwbare energie is de toekomst. Energie opgewekt door wind is daarbij enorm belangrijk. Ondanks het feit dat het plaatsen van windmolens onderworpen is aan een resem strenge regels, roept de inplanting ervan soms vragen of maatschappelijke onrust op bij inwoners.  

Hoe ervaren mensen die in de buurt van een windturbine wonen dit dagdagelijks? Daar is zeer weinig wetenschappelijk onderzoek naar verricht. Met de Provincie West-Vlaanderen wilden we daar verandering in brengen en voerden we het afgelopen jaar een grootschalig onderzoek naar de ervaringen van omwonenden van windmolenparken. Het doel van het onderzoek is nagaan hoe inwoners windturbines in hun buurt ervaren. Om dit te achterhalen werd een bevraging uitgevoerd bij gezinnen die binnen een afstand van 1.000 meter tot de windmolens van verschillende windparken in West-Vlaanderen wonen, zijnde:  

  • Het windpark van Desselgem met twee turbines  
  • Het windpark van Gistel met vier turbines  
  • Het windpark van Ieper met negen turbines  
  • Het windpark van Izegem met twee turbines  
  • Het windpark van Sint-Eloois-Vijve met drie turbines  
  • Het windpark van Zwevegem-Harelbeke met vier turbines  

In de bevraging werd nagegaan wat de houding was voor de turbines er kwamen, wat de houding op vandaag is en hoe men naar de toekomst kijkt. In deze zes gebieden werd een enquête verstuurd naar 6.867 gezinnen, namelijk 472 gezinnen in de buffer van 500 meter rond de windmolens en 6.395 gezinnen op afstand van 500 tot 1.000 meter van de windmolens. Uiteindelijk werd de vragenlijst 1.857 keer ingevuld.

(lees verder onder afbeelding – de zes onderzochte windparken in West-Vlaanderen)

Uit het onderzoek kwamen een aantal interessante bevindingen en aanbevelingen naar voor, waar ik ook graag verder mee aan de slag ga. Hoe ervaren inwoners windturbines in hun buurt? Hoe ervaarden ze de aanloop naar de installatie? Wat als ze hun blik moeten richten op de toekomst? Ik neem jullie mee doorheen enkele interessante cijfers en bevindingen uit het belevingsonderzoek windmolens voor dienst MiNaWa, uitgevoerd door provincie West-Vlaanderen.  

Ik steek graag van wal met een cijfer dat me gelukkig stemt, namelijk dat de meeste respondenten (87,4%) positief staan tegenover de energietransitie. Energie geproduceerd uit wind, water, zon en restwarmte is weldegelijk de toekomst. Het is voor veel mensen duidelijk dat we daar verder op moeten inzetten. 

Het verleden dient om ervan te leren: Hoe ervaarden mensen de aanloop naar de installatie van het windpark?  

Inwoners geven – volgens mij geheel terecht – aan dat er nood is aan duidelijke en eerlijke communicatie. Respondenten die op een afstand van minder dan 500 meter tot het windpark wonen, geven vaker aan geïnformeerd te zijn door een brief voor openbaar onderzoek en een informatievergadering dan mensen die verder dan 500 meter van het windpark wonen. Momenteel moeten conform de regelgeving inzake de omgevingsvergunning enkel eigenaars van percelen in een straal van 100 meter rechtstreeks aangeschreven worden. Dat is te weinig, burgers verwachten en verdienen eerlijke en duidelijke communicatie.  

Informeren en communiceren blijkt een absolute topprioriteit te zijn, afgaande op de adviezen die de respondenten in de enquête gaven aan de overheid of de ontwikkelaar. Omwonenden willen duidelijk, eerlijk, tijdig en persoonlijk geïnformeerd worden. 

Het grotere plaatje is voor mij, als politicus, evident. Ik kom dagelijks in aanraking met dossiers waaruit blijkt dat een energietransitie noodzakelijk is. Ook investeren in groene windenergie maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Maar ik besef ook dat dat voor inwoners, die er niet dagelijks mee in contact komen, toch ietsje anders ligt. Ze zijn veelal bezig met de eigen omgeving. Het is dan ook logisch dat zij dat grotere plaatje niet onmiddellijk voor zich zien. Het project kaderen binnen een algemene visie op energiebeleid, daarbij ook achtergrondinformatie geven en zowel de voordelen én de nadelen van het windmolenpark communiceren maakt volgens mij een zeer belangrijk deel uit van die eerlijke en duidelijke communicatie.  

How about today? Wat is de houding van inwoners ten opzichte van het windpark vandaag?  

Allesereerst is het belangrijk om te benadrukken dat 76% van de respondenten aangeeft helemaal geen overlast te ondervinden van de windmolens, wat toch een groot deel van de respondenten is. Naast de 76% die helemaal geen overlast ondervinden, gaf 24% van de respondenten aan enige vorm van overlast te ondervinden, gaande van geluidshinder, hinder door slagschaduw, visuele hinder, hinder met betrekking tot de veiligheidsverlichting van de gondel of gezondheidsklachten gerelateerd aan de komst van de windturbines. Maar van die 24% van de respondenten geeft slechts 5% aan die overlast als storend te ervaren. 

Uit die 24% van de respondenten die overlast ervaarden, wat uitkomt op 438 mensen, dienden er 60 ook effectief een klacht in. Klachten worden in hoofdzaak gemeld bij de gemeente (60%) of bij de exploitant (30%). Van de personen die klacht hebben ingediend zeggen er 26 dat er effectief gehoor werd gegeven aan hun klacht. Voor 20 van die 26 personen was het antwoord bevredigend, voor 6 personen niet. Van de 26 personen die zeggen dat er gehoor werd gegeven aan hun klacht zeggen er ook 19 dat er effectief ingegrepen werden uitgevoerd om de hinder te beperken.  

(lees verder onder afbeelding – schematisch overzicht van de antwoorden op de bevraging windmolens)

Wat mij hierbij toch wat frappeerde, was dat slechts 15,3% van alle respondenten zegt te weten wie de eigenaar is van de windturbines. Dat cijfer ligt laag, misschien zelf té laag. Het is toch belangrijk dat mensen weten wie de exploitant is en bij wie ze terecht kunnen met vragen of klachten? 

Nog een andere key take-away is dat bij eigenaars van een woning het idee heerst dat de waarde van de woning daalt indien er windturbines in de buurt komen. Het onderzoek spreekt dat tegen. Bij weinig respondenten (7,7%) bleek de aanwezigheid van de windturbines een discussiepunt te zijn tijdens de onderhandelingen om er een woning te kopen, te bouwen of te huren. 

Aardverschuiving of niet: Is de houding veranderd na de komst van het windmolenpark?  

Het grootste deel van de respondenten gaf vooraf al aan geen enkel probleem te hebben met de komst van de windturbines. Slechts 15,2% gaf aan tegen de komst van de windturbines te zijn, maar slechts 3,2% heeft daar actief tegen geprotesteerd. 

Respondenten geven hun algemene houding ten tijde van de aankondiging van het windpark een gemiddeld rapportcijfer van 6,3 op 10

Het rapportcijfer voor de algemene houding op vandaag ligt duidelijk hoger dan het cijfer ten tijde van de aankondiging van het windpark. Inwoners geven hun algemene houding op vandaag een rapportcijfer van 7,27 op 10.

Interessant om mee te nemen is dat wie positief staat tegenover de energietransitie, een hogere score geeft dan wie negatief of neutraal staat. Ook blijkt uit het onderzoek dat mensen die pas in de buurt zijn komen wonen toen de windturbines er al stonden, een significant positievere houding ten opzichte van het windpark aannemen dan respondenten die er al woonden voor de windturbines er kwamen.

Wanneer de vergelijking gemaakt wordt tussen de score die de respondenten nu geven en de score die de respondenten gaven ten tijde van de aankondiging van het windpark, dan stellen we vast dat 40% van de respondenten vandaag een positievere houding heeft dan ten tijde van de aankondiging van het windpark. Bij 50% veranderde de houding niet en bij 10% is de houding vandaag negatiever dan de houding ten tijde van de aankondiging van het windpark.  

Wat als? We werpen een blik op de toekomst.  

Het verleden dient om ervan te leren, de toekomst om naar uit te kijken. Na de resultaten omtrent de realisatie van het project, ben ik vooral benieuwd wat inwoners ervan zouden vinden om enerzijds een vergunning voor verlenging of vervanging van de bestaande windturbines te verlenen of wat ze er anderzijds van zouden vinden mocht het aantal windturbines uitbreiden. 

Uit de studie blijkt dat de grote meerderheid (67%) van de respondenten positief staat tegenover een vergunning voor de verlenging of de vervanging van de bestaande windturbines. Het uitbreiden van het aantal windmolens stuit daarentegen op iets meer onvrede bij de respondenten. Toch staat de helft van de respondenten nog steeds positief tegenover de uitbreiding.  

Natuurlijk is het belangrijk om ons af te vragen wat de grootste bezorgdheden zijn bij vervanging of uitbreiding van het huidige windpark? Het grootste deel van de respondenten geeft aan helemaal geen bezorgdheid te hebben (38%). Andere inwoners geven aan dat slagschaduw (30%) en geluidshinder (16,5%) de grootste bezorgdheden voor hen zijn.  

Momenteel kunnen we rond slagschaduw en geluidshinder al wat verbetering waarnemen, maar die verbeteringen brengen nog niet voor iedereen zoden aan de dijk. Nieuwe windturbines zijn al een pak stiller dan de turbines die jaren geleden – zoals de turbines uit het onderzoek – werden geplaatst. Normen voor geluidshinder van windturbines in woongebieden worden al gehanteerd (Wereldgezondheidsorganisatie – WHO), namelijk 44 decibel overdag en 39 decibel ‘s nachts. Door de turbines ‘s nachts op een verlaagd vermogen te laten draaien, is er minder lawaai, maar ook een lagere stroomproductie. Het is een noodzakelijke afweging die gemaakt moet worden.

Ook wat betreft slagschaduw zijn er al wat regels opgelegd. Momenteel mag de hoeveelheid slagschaduw maximaal 8 uur per jaar en een half uur per dag zijn. Als het nodig is, dan wordt een windturbine tijdelijk stilgelegd om aan die norm te voldoen. Als je dus langs een windmolen passeert die niet draait, terwijl de anderen dat wel doen, dan is die helemaal niet kapot, maar dan ligt die hoogstwaarschijnlijk stil om hinder te voorkomen!  

Inspraak, communicatie en participatie!  

Het grootste deel van de respondenten gaf initieel al aan geen enkel probleem te hebben met de komst van de windturbines in hun omgeving. Het toegekende rapportcijfer betreffende de algemene houding van de respondenten werd zelfs nog positiever toen de windmolens er stonden.  

Toch is er nog steeds een deeltje van de bevraagden die aangeeft nog niet helemaal gewonnen te zijn voor het idee van een windpark in de buurt. Hoe zouden we hen wel meekrijgen in het verhaal? Inwoners in eerste instantie voldoende inspraak geven en communicatie voorzien omtrent het project is een noodzakelijke eerste stap. Ook participatie in het project zou het draagvlak kunnen vergroten, blijkt uit het onderzoek. Dit kan door inwoners zelf te voorzien van elektriciteit opgewekt door de windmolens, door een deel van de opbrengst te investeren in een omgevingsfonds waarmee buurtprojecten gefinancierd worden of door burgers zelf financieel te laten participeren in windturbines.  

Natuurlijk is er nog werk aan de winkel, maar stilaan maakt de sombere bril die mensen al te vaak opzetten plaats voor een optimistische kijk naar een toekomst met windenergie. Technologische vooruitgang zorgt ervoor dat omwonenden steeds minder overlast ondervinden. Negatieve percepties kunnen zo gaandeweg omgebogen worden tot een positief gevoel.