Met de Provincie ondersteunen we ook kleinere projecten. Die passeren op mijn bureau op het moment dat de toelage moet goedgekeurd worden. Mijn oog viel op “2 500 euro, aanmaak steenuilenkasten”. Wie of wat zit daarachter? Dit is het relaas van expeditie steenuil.

In West-Vlaanderen zijn er verschillende steenuilenwerkgroepen actief. Ze ressorteren onder Natuurpunt. Ludo Momerency is het aanspreekpunt voor onze provincie. Stièènuul? Wordt dat niet geassocieerd met dom en dwaas? Ik weet niet van waar het komt, die kronkel in ons West-Vlaamse dialect. In het echt is de vogel een klein, lief ogend en pienter dier. Als Ludo erover praat, geloof je hem direct. Zoveel enthousiasme en zoveel kennis, dat is het resultaat van bijna dertig jaar engagement. Door zo iemand laat ik me graag op sleeptouw nemen!

(lees verder onder de foto)

Je moet er eens op letten: in oude wilgen of fruitbomen liggen er soms lange balkvormige nestkasten. Het zijn broedkasten voor de steenuil. Vijfentwintig jaar geleden begon men deze ‘uit te leggen’. Het was nodig, want de natuurlijke broedplekken voor de steenuil werden schaars. “De steenuil is een holenbroeder. Hij zoekt naar een diep en donker hol. Wilgenbomen zijn ideaal, maar oude bomen verdwijnen en in jonge wilgen zijn de holtes nog niet gevormd”, vertelt Ludo. “We leggen de nestkasten op een uitlooptak. Jonge uiltjes kunnen nog niet vliegen als ze het nest voor het eerst verlaten. Zo een tak voorkomt dat ze op de grond vallen.”

Verspreid over de West-Vlaanderen liggen er 600 nestkasten. Ludo heeft er een flink aantal onder zijn hoede. Elk jaar trekt hij er samen met partner in crime Koen Vandepitte op uit om de nestkasten te controleren: in het voorjaar om de jongen te ringen en in het najaar om de kasten uit te kuisen. Zijn jongste verslag lees je hier.

Ludo en Koen nemen me mee naar de Leenbosstraat in Gits. In de ponyweide van Jens en Kelly staat een oude kriekelaar. Jens contacteerde Ludo toen hij vorig jaar enkele jonge uiltjes uit hun natuurlijk nest zag vallen: “We hebben ze niet kunnen redden. Het vogelopvangcentrum kon ons niet helpen en uiteindelijk vonden we op internet de gegevens van Ludo. Hij heeft de holte afgesloten met draad. In de plaats kwam een nestkast. Er zijn jongen, maar we weten nog niet hoeveel.”

(lees verder onder de foto genomen bij de nestkast in Gits, van links naar rechts: kleine Nore, Jens, Kelly, Koen, Ludo, ikzelf en kabinetsmedewerker Enigo)

Best wel spannend dus, het controleren van zo een nestkast. Ludo en Koen werken als een geolied team. Ladder tegen de boom, nestkast open en uiltjes in de schortzak. Het gebeurt in een mum van tijd. De steenuil broedt één keer per jaar. Een nest levert gemiddeld drie jongen op. We hebben geluk: het zijn er vier. Ze krijgen een ringetje om de poot. Dat ringen is de ideale manier om de vogels te inventariseren en op te volgen.

“De steenuil is honkvast en blijft meestal in een straal van twee of drie kilometer. Maar er zijn ook uitzonderingen natuurlijk. Een grappige anekdote: Koen leest de ring af en ik noteer. Een Belgische ring heeft 1 letter en zes cijfers. Maar Koen bleef steeds een cijfer te veel zeggen. Ik dacht al dat hij een nieuwe bril nodig had, maar het bleek uiteindelijk te gaan om een Hollandse ring. Die hebben één cijfer meer dan de Belgische. De steenuil kwam uit Terneuzen, toch wel zestig kilometer van hier.”

Dit seizoen heeft Ludo al een vijftigtal steenuilen geringd. Dat ligt in de lijn van zijn verwachtingen. Volgens hem houdt de steenuil vrij goed stand in onze contreien, ondanks het feit dat de biotoop van de vogel ook bij deze soort onder druk staat: “Graslanden verdwijnen of worden te snel gemaaid. De steenuil is een muizenjager. Een veld vol groenten is voor deze vogel een woestenij. Maar het is een plantrekker. Vindt hij geen muizen, dan jaagt hij wel op wormen.”

(lees verder onder de foto, Ludo demonstreert steenmartersluis)

Van een nest steenuilen overleeft doorgaans slechts één jong de winter. De uiltjes vliegen laag. Er vallen veel verkeersslachtoffers. En dan zijn er de natuurlijke vijanden zoals roofvogels en de steenmarter. Maar voor die laatste bedreiging is er een oplossing. Ludo voorziet de nestkasten van een anti-martersluis: “De Nederlanders hebben het systeem uitgevonden. Ik heb dat bestudeerd en pas het nu zelf toe. Het is efficiënt. De marter geraakt niet meer tot bij de broedplaats.”

Conclusie van deze leerrijke expeditie? Achter een klein budget schuilt vaak een grote werking. Met de toelage voor steenuilenkasten is het niet anders. Vorig jaar werd 1 973,57 euro effectief opgesoupeerd. Er is geen vraag naar meer budget, op zich al een goed teken. Ik was blij om zelf eens iemand aan de mouw te trekken. Meestal is het andersom. Ik moet me geen zorgen maken om de werking van de steenuilen-vrijwilligers, want ook dat zit goed.

Besef dat je ook zelf een steen(uil)tje kan bijdragen. Door een van de nestkasten van Ludo aan te schaffen bijvoorbeeld. Hij maakt er jaarlijks een 150-tal, te verkrijgen in de shop van Natuurpunt Mandelstreke. Je mag hem ook altijd zelf contacteren, als steenuil-redder in nood of als je met de klas of vereniging op zoek bent naar een geboren verteller, één adres: ludo.momerency@telenet.be