Energietransitie is big business. Beseffen jongeren dat en zo ja, kiezen ze dan voor een opleiding die daarop inspeelt? In West-Vlaanderen organiseren de hogescholen Vives en Howest een bachelor in energietechnologie en -management. Welk profiel hebben die studenten? Zijn het jongens of meisjes? Voelen ze zich groen, nerdy, klimaatbewust of hebben ze gewoon oog voor het gat in de markt?

Onlangs kreeg ik een boekje in handen over de opleiding “Bachelor Energiemanagement”. In het studieprogramma lees ik termen als ‘smart grid’, ‘problem solving’, ‘big data’, zaken waar ik in mijn beleid als gedeputeerde ook wel mee bezig ben. Howest in Kortrijk startte zes jaar geleden met deze bachelor. De eerste dertien afgestudeerden vonden vlotjes werk. Dit jaar lanceert Howest samen met de hogeschool van Groningen en de universiteiten van Zaragoza en Pisa een Europese master in duurzame energie, kwestie van de studenten ook internationaal een boeiend traject aan te bieden.

Ik wou daarover wel eens praten met twee of drie studenten. Er kwamen er uiteindelijk veertien af naar het proeflokaal op de Kortrijkse campus. Ik moest uit mijn comfortzone treden en ook voor hen was het even wennen, een gedeputeerde in hun midden … Maar er waren chips en cola en we hebben van elkaar geleerd. Het eerste wat me meteen opviel: weinig vrouwelijke studenten, slechts twee op veertien. Ook in deze relatief nieuwe richting is het niet gemakkelijk om meisjes aan boord te krijgen. Bijna alle studenten hebben een technische vooropleiding achter de rug. Energie en technologie: de match is natuurlijk snel gemaakt.

“Het is nochtans geen opleiding voor nerds”, zegt Ruben, intussen al laatstejaars-student. “Wat we leren over elektriciteitsproductie en datacaptatie of automatisering passen we toe in de praktijk. In het eerste jaar maak je een energie-audit van je eigen huis; in het derde jaar is dat toegepast op een fabriek. Hoe maak je een omgeving energie-efficiënter? Het begint met het vervangen van lampen en kleine toestellen in je huis. Daarna ga je de zolder isoleren en overtuig je je ouders om zonnepanelen te leggen. Het eindigt met het uitzoeken hoe je in een bedrijf de machines beter kan afstellen zodat ze minder energie verbruiken.”

Mij lijken deze energiemanagers in spe ook ideale werknemers in bureaus die zich richten op nieuwe arbeidsmarkten zoals “Light as a Service”. De studenten kennen het concept. Je besteedt als eigenaar van een gebouw je verlichting uit aan een servicebedrijf, zoals je dat bijvoorbeeld ook doet met de schoonmaak. Zo een servicebedrijf installeert duurzame energie-efficiënte systemen, onderhoudt die installaties en neemt bij einde van het huurcontract de installatie gewoon weer mee. De klant betaalt een leasingtarief en hoeft zich verder geen zorgen te maken.

Het zijn zulke uitdagingen die de jonge energiemanagers zullen aangaan. Wanneer ze op st(r)oom komen tijdens het gesprek, blijkt dat er naast het economische bewustzijn toch ook een ecologische drijfveer meespeelt: “We zijn niet per se groen, net zo min als dat we nerds zijn. Maar we willen wel een economisch verhaal koppelen aan een ecologisch verhaal. En de politiek mag wel wat harder sensibiliseren. De mensen met de neus op de feiten drukken, zoals bij een anti-tabakscampagne. Van mij mogen ze gerust eens een black-out simuleren. Als de mensen een stroomtekort aan den lijve ondervinden, zullen ze zorgvuldiger omspringen met energie.”

Ik krijg dus van de jongeren een opdracht mee: meer en duidelijker informeren want “velen weten niet hoe een digitale meter werkt”, mensen sensibiliseren en niet bang zijn om een beslissing te nemen. Ik weet dat deze studenten straks mee ons energiebeleid zullen bepalen. Aan alle laatstejaars die nu nog twijfelen over hun studiekeuze, durf ik deze richting aan te raden. Er is ruimte voor experiment; er zijn de buitenlandse stages en de doorstudeer-mogelijkheden achteraf én er is job-zekerheid. Dit jaar zijn er acht studenten gestart aan de master-opleiding in Groningen. Het lijkt me een ideaal traject om ook internationaal mee te spelen in de wereld van duurzame energie. Was ik dertig jaar jonger, … ik zou niet getwijfeld hebben!