Ooit al gewandeld in de Avelgemse Scheldemeersen? Voor mij was dit een ontdekking. De meersen liggen in de hoek van West-Vlaanderen, op de grens met Wallonië en Oost-Vlaanderen. Een uniek natuurgebied, doorspekt met verhalen en anekdotes. Maak kennis met afgesneden armen, aalscholverbomen en de Schuldenberg.

In Avelgem word ik opgewacht door Tom Beunens, schepen voor Vooruit. Ook de leden van de Avelgemse Vooruit-fractie zijn present. We starten aan het Natuureducatief centrum, de thuisbasis van Natuurpunt Avelgem. Voorzitter Pol Wannyn en bestuurslid Frans Deleersnijder zijn de gidsen van dienst. Pol en Frans zijn gedreven mensen. Niet zonder trots vertellen ze dat hun afdeling het grootste aantal leden telt in verhouding met het werkingsgebied. Net als bij andere afdelingen is dit aantal de jongste jaren sterk gestegen. Dat is goed nieuws om de dag mee te beginnen!

Het NEC is ondergebracht in een voormalig woonhuis langs de Meersstraat 45. Het ligt op wandelafstand van één van de vele oude Scheldearmen die dit gebied rijk is. Bij het rechttrekken van de Schelde werden de bochten afgesneden, vandaar de naam coupures. Ertussen liggen de meersen.

(lees verder onder de overzichtsfoto Scheldemeersen)

De Scheldemeersen strekken zich uit over 200 hectare. Natuurpunt heeft 35 hectare in eigendom. Het beheer gebeurt in samenwerking met de lokale landbouwers. Ook het Agentschap Natuur en Bos bezit hier gronden. De droom van Natuurpunt is om ooit het volledige gebied in eigendom te krijgen. Vlakbij het NEC ligt een actieve industriële site, in Avelgem gekend als Pattyne-Duprez. Het gemeentebestuur werkte samen met intercommunale Leiedal een plan uit om de site op termijn terug te geven aan de natuur.

Leiedal kocht de grond. Het bedrijf kan nog tien jaar verder werken in de meest recente gebouwen. De gemeente zorgt ervoor dat de grond opnieuw een natuur-bestemming krijgt. Voor schepen Tom Beunens was dit één van de doelen waarvoor hij destijds in de politiek is gestapt. Industriegebied teruggeven aan natuur: het gebeurt nog veel te weinig en het vraagt ook veel politieke moed. Chapeau voor de collega’s van Avelgem!

(lees verder onder de foto met ligging Pattyne-Duprez)

De wandeling brengt ons naar een stukje provinciaal patrimonium. Het Guldenspoorpad, één van onze negen groene assen, takt hier via een fietsbrug over de Schelde aan op Wallonië. Het valt me voor het eerst op dat het pad Guldenspoorpad heet en niet Guldensporenpad, zoals ik het al drie jaar lang noem 😊. De naam verwijst trouwens niet enkel naar de Guldensporenslag uit 1302, maar ook naar het feit dat dit treinspoor de weelde uit Wallonië naar de Vlaanders bracht. Een gouden spoor dus.

(lees verder onder de groepsfoto Avelgem-Vooruitfractie)

We verlaten de provinciale as en dalen opnieuw de meersen in. Hier komt op termijn een fietspad dat voor een veilige schoolverbinding moet zorgen. Tijdens onze wandeling leer ik veel bij over het gebied en de uitdagingen die er zijn. De mensen van Natuurpunt vertellen me over het belang van water in het gebied. Eén van de aandachtspunten is de Visie 2025 die de vereniging opstelde voor het gebied. De coupures dreigen droog te vallen. Vandaag worden de coupures enkel gevoed door grondwater en regenwater en dat zou wel eens onvoldoende kunnen zijn.

Gelukkig zijn de geesten al een heel stuk gerijpt als het gaat over natte natuur. Ik ben ervan overtuigd dat we een oplossing vinden. De piste om de oude meanders opnieuw te verbinden met de Schelde lijkt me het onderzoeken waard. Al moeten we dan wel rekening houden met de waterkwaliteit. Vaak is die in afgesloten zijarmen hoger dan in de hoofdrivier. Wanneer die verbonden wordt, kan de kwaliteit hier weer sterk achteruitgaan. Ook een verbinding met de Rijt, een brede afvoergracht die het gebied in het noordwesten omringt, kan een oplossing bieden. Onze Natuurpuntgids wijst me op een oud schot op de Rijt dat nu in onbruik is geraakt. Misschien kan dit een oplossing bieden om het algemeen waterniveau te verhogen en zo het gebied te vernatten?

(lees verder onder de foto genomen aan Coupure Deweer)

Die coupures hebben naast natuur- ook erfgoedwaarde. De verhalen van vroeger passeren de revue. De Scheldearmen fungeerden als publieke wasplaats. Coupure Deweer was het eerste zwembad van Avelgem. In strenge winters werd erop geschaatst. Schepen Annicq Verschuere is er als kind in de winter van 1969 zelfs door het ijs gezakt. Gelukkig is dat goed afgelopen …

(lees verder onder de foto ‘baden in coupure’)

De namiddagwandeling zit trouwens vol mooie verhalen en anekdotes. Zo werd speciaal een spoorlijn aangelegd om de vele textielarbeiders die in de regio kwamen werken ’s avonds naar huis te brengen. De katholieke overheid vond dat ze anders slechte manieren kregen.

Wat verderop vertelt Tom me over het enige Avelgemse gehucht Rugge, bij de locals bekend als de Schuldenberg. Deze locatie biedt zicht op de Vlaamse Ardennen en de Scheldevallei en was in de jaren 1950 erg gegeerd als woonplaats. Zo erg zelfs dat de mensen zich in de schulden staken om hier te komen wonen. De echte naam is echter Schaliënberg, verwijzend naar de kleiontginningen in de buurt en de steenbakkerij die zich tot eind 19e eeuw op de heuvel bevond.

Enkele dode bomen trekken onze aandacht. Van onze Natuurpuntgids leren we dat de aalscholver de boosdoener van dienst is. De watervogels strijken in groep neer op een boom en zorgen met hun zure uitwerpselen dat de boom afsterft. Maar geen nood: ook dode bomen zorgen voor heel veel leven in de natuur.  

(lees verder onder de foto, wandelen met zicht op aalscholverboom)

Nog een verhaal dat blijft hangen: de historie van het pestbos. De eigenaar van een lapje grond plantte een bos aan zodat zijn buurman het uitzicht op de Kluisberg kwijt was. Pestgedrag dus! Van dit verhaal bestaat ook een tweede versie, doorspekt van seks en geweld maar daarvan zijn de details niet voor publicatie vatbaar. Het positieve is dat Natuurpunt het essenbosje kon aankopen. Het wordt nu omgevormd tot een gemengd loofbos. De essenziekte helpt hen hier een handje. De bomen sterven langzaam af en maken zo plaats voor nieuwe soorten. Natuurpunt werkt samen met de VDAB. Cursisten die de opleiding tuinier volgen, komen de dode bomen vellen.

(lees verder onder deze panorama-foto)


Wat me telkens opvalt als ik met vrijwillige natuurbeheerders op stap ben, is hun gedrevenheid en de vele toekomstdromen. In dit gebied hebben ze recent sporen van een bever gevonden. Nu durft men er al om wedden dat het iconische dier zich hier komt vestigen. Ook reeën zijn in de buurt aangetroffen. Een andere droom blijft nog een droom: een broedgeval van de ooievaar. De vogels worden elk jaar in de Scheldemeersen gespot, maar dat is tijdens hun doorreis. Om hen te verleiden om een nest te maken, plaatste Natuurpunt drie ooievaarspalen in het gebied.

Voorlopig laten de zwart-witte vogels ze links liggen. Ligt het aan de droogte? Volgens Frans is er daardoor niet voldoende voedsel voor de ooievaars. Ingrijpen op het waterpeil kan ook hier mogelijkheden bieden. Voor Natuurpunt zijn de ooievaarspalen een symbool van vertrouwen in de toekomst. Ik kan die symboliek volledig bijtreden.