Bijen hebben het hard te verduren. In heel België werd er dit voorjaar een gemiddelde sterfte van 20% vastgesteld bij imkers. In sommige gevallen zijn imkers zelfs tot 75% van hun bijenvolkeren kwijtgespeeld. In deze gevallen gaat het om de gedomesticeerde honingbij, maar ook wilde bijen delen in de klappen. Een eenduidige verklaring voor deze sterfte is er niet, het gaat om een combinatie van factoren: de Varroa-mijt, pesticidengebruik, de opkomst van de Aziatische hoornaar, klimaatverandering en een tekort aan bloeiende gewassen. Bijen zijn weliswaar van groot belang voor de bestuiving van onze gewassen en voorzien zo tot 35% van ons voedingspakket. Tijdens de ‘Week van de Bij’, van 28 mei tot 4 juni, wordt het belang van bijen in de kijker geplaatst!

Waarom sterven onze bijen?

Bijen hebben het steeds moeilijker om te overleven, dat is duidelijk. Dit komt door verschillende factoren die het leven van de bijen er de laatste jaren niet simpeler op maken. Zo is er de Varroa-mijt, een mijt die zich op het broed van de honingbijen vestigt en zich vervolgens zal voeden met de larven die zich nog moeten ontwikkelen tot bij. Deze mijt is in 1984 België binnengekomen en is oorspronkelijk afkomstig uit Azië. Doordat deze exoot nog maar vrij recent in België voorkomt hebben bijen zich nog niet goed kunnen aanpassen aan de parasiet en berokkenen ze zo veel schade in de bijenkasten. Door de overdracht van virussen verlaagd de Varroa-mijt ook het afweersysteem van bijen waardoor deze nog kwetsbaarder zijn.

Ook het gebruik van pesticiden in de land- en tuinbouw heeft een negatief effect op het afweersysteem van bijen. Hoewel het gebruik van enkele belangrijke groepen pesticiden (neonicotinoïden) door de Europese Unie verboden zijn, is het probleem nog niet definitief van de baan.

(lees verder onder de afbeelding – close-up van bij)

Een belangrijke speler in de bijensterfte, die de laatste jaren aan een sterke opmars bezig is en ondertussen alom bekend geworden is, is de Aziatische hoornaar. Deze wesp is zoals de naam al doet vermoeden afkomstig uit Azië en net zoals bij de Varroa-mijt zijn onze honingbijen niet aangepast aan deze exoot waardoor ze er heel kwetsbaar voor zijn. Deze predator voedt zich hoofdzakelijk met wespen en bijen. Zorgwekkend is dat in een stedelijk gebied het aandeel honingbijen tot 60% kan bedragen. De hoornaar wacht de terugkerende bijen op aan hun kast en plukt ze vervolgens uit de lucht. Daarna wordt de bij ontdaan van kop, poten en vleugels en meegenomen naar het nest om er gevoederd te worden aan de larven.

Ook klimaatverandering speelt een essentiële rol in de achteruitgang van de bijen. Sterke schommelingen in temperatuur tijdens de winter en het voorjaar kunnen ervoor zorgen dat bijen vroeger actief worden maar dan toch nog getroffen worden door een late winterprik. Daarnaast zullen minder strenge winters de overlevingskansen van de koninginnen van Aziatische hoornaars verhogen.

Als laatste is de aanwezigheid van een voldoende groot en gevarieerd voedingspatroon gedurende het jaar uitermate belangrijk voor de overlevingskansen van bijen. Een ruim en variërend aanbod aan bloeiende planten is helaas soms ver te zoeken in het voornamelijk monotone Vlaanderen.

Hoewel de focus vaak op de achteruitgang van de honingbij ligt, gaat het ook helemaal niet goed met de wilde bijen en hommels in België. Er komen zo’n 400 soorten voor in België, waarvan een 170tal in West-Vlaanderen. Maar ook deze grote groep aan insecten staat onder druk, namelijk 32,8% van de wilde bijen is met uitsterven bedreigd, voor hommels gaat dit zelf om 80%.

(lees verder onder de afbeelding – hommel in het wild)

Nut van bijen

‘Zonder de bijen heeft de mens nog maar 4 jaar te leven’. Zelf dacht ik dat dit citaat aan Albert Einstein toebehoorde, maar het blijkt dat dit een parafrasering is van wat Charles Darwin in 1859 al aanhaalde. Het doet niet veel af aan de waarheid die erin schuilt. Bijen voorzien ons namelijk in 35% van ons voedingspakket door het bestuiven van tal van voedselgewassen, zoals fruit en groenten, maar ook noten en zaden. In België wordt geschat dat de bestuiving van bijen zo’n 250 miljoen euro per jaar aan extra economische waarde oplevert. Daarnaast zijn 80% van onze wilde planten afhankelijk van bestuiving door bijen. Hierdoor dragen bijen dus ook sterk bij aan het behoud van biodiversiteit.

Hoe kunnen we de bijen helpen?

Moeten we met z’n allen een bijenvolk onder de arm nemen en bijenkasten beginnen plaatsen? Neen: wat wel van belang is, is het aanbieden van een uitgebreide maaltijd voor de bijen door hen het jaarrond zoveel mogelijk bloemen te voorzien. Ook het creëren van nestgelegenheid is van belang, zeker voor de wilde bijen. Je kan bijvoorbeeld een bijenhotel plaatsen, maar ook het voorzien van open plekjes met zand kunnen een ideale nestplek bieden, 80% van de wilde bijen nestelt zich namelijk ondergronds!

(lees verder onder de afbeelding – close-up bij in een bijenhotel)

Enkele concrete tips voor een bijenvriendelijke tuin:

  • Doe mee aan ‘Maai mei niet’! De paardenbloem is de all-time bijen favoriet!
  • Laat je kruidentuintje tot bloei komen! Vele kruiden zijn prima bijenplanten.
  • Plant een fruitboom. Veel fruitbomen bloeien in het voorjaar wanneer de bijen nog naarstig op zoek zijn naar stuifmeel en nectar, daarnaast krijg je er gratis fruit voor in de plaats.
  • Zorg voor een bloeiboog van voorjaar tot najaar: kies dus voor planten in de tuin die op verschillende tijden bloeien het hele jaar lang.
  • Laat je klimophaag eens te bloei komen, want ook die is een perfecte bijenplant!
  • Zaai een bijenvriendelijk bloemenmengsel in! Kies zoveel mogelijk voor inheemse kruiden die zullen bij de wilde bijen het meest in de smaak vallen.
  • Extra tips kan je vinden op o.a. https://www.natuurpunt.be/pagina/hoe-help-je-wilde-bijen-je-tuin

(lees verder onder de afbeelding – logo ‘Beeodiversity)

Beeodiversity

Hoewel er momenteel al veel geweten is over de problemen waarmee bijen in aanraking komen, is het toch van belang om verder onderzoek te doen, zodat we ook in de toekomst de bijen kunnen blijven helpen. Een interessant onderzoek is dat van Beeodiversity, zij zijn o.a. in Knokke-Heist aan de slag gegaan met het monitoren van de omgeving op basis van stuifmeel die bijen verzamelen. Aan de hand van dat stuifmeel kunnen wetenschappers zien welk soortenrijkdom aan planten bezocht worden, wanneer er pesticiden, zware metalen of andere vervuilende stoffen aanwezig zijn in de buurt. Dit maakt het mogelijk om concrete acties in de buurt uit te voeren door het gebruik van pesticiden te beperken en bronnen van zware metalen te verwijderen waardoor de bijen er weer vrolijk kunnen zoemen!